ECLI:NL:RBDHA:2024:2704

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
NL23.36906
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die in beroep is gegaan tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn opvolgende asielaanvraag in de algemene procedure als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Het bestreden besluit dateert van 16 november 2023. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht besloten om zonder zitting uitspraak te doen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL23.36905, waarin op het beroep van de verzoeker is beslist. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en is bekendgemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.36906

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Met het besluit van 16 november 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de opvolgende asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.36905, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.