ECLI:NL:RBDHA:2024:2669
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M. Munsterman
- Z.P. de Wilde
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening voor reguliere opvang asielzoekers
Op 1 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak AWB 24/1067, waarin verzoeker, een Algerijnse asielzoeker, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. Verzoeker verzocht het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) te gelasten om hem onmiddellijk reguliere opvang en verstrekkingen aan te bieden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen, omdat verzoeker recht heeft op opvang in een regulier asielzoekerscentrum totdat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opnieuw op zijn asielaanvraag beslist.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onder f, van de Vreemdelingenwet 2000, en dat hij dakloos is. Het COa had eerder op 21 december 2023 medegedeeld dat verzoeker in aanmerking kwam voor opvang in de procesbeschikbaarheidslocatie (PBL) in Ter Apel, maar dit was door verzoeker betwist. De rechtbank had in een eerdere uitspraak (zaaknummer AWB 24/7) geoordeeld dat er onvoldoende grondslag was voor het vrijheidsbeperkende karakter van de opvang in de PBL.
De voorzieningenrechter heeft de kosten van de rechtsbijstand van verzoeker vastgesteld op € 1.750,-, die door het COa moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.