ECLI:NL:RBDHA:2024:2665

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 februari 2024
Publicatiedatum
1 maart 2024
Zaaknummer
NL23.40201 en NL23.40203
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving

Op 6 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.40201 en NL23.40203. De voorzieningenrechter, mr. L.A. Banga, heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. Y. Izgi, hadden een verzoek ingediend om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S. Kowsari, had eerder op 22 december 2023 besloten om de aanvragen van verzoekers niet in behandeling te nemen, met als argument dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvragen.

Tijdens de zitting op 16 januari 2024 zijn de verzoeken samen met andere zaken behandeld. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in de zaken NL23.40200 en NL23.40202, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. De verzoeken zijn daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 februari 2024, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.40201en NL23.40203
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker], V-nummer: [V-nummer], en
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer], Mede namens de minderjarige kinderen:
[minderjarige 1],V-nummer: [V-nummer], en,
[minderjarige 2],V-nummer: [V-nummer], en,
[minderjarige 3],V-nummer: [V-nummer], gezamenlijk: verzoekers,
(gemachtigde: mr. Y. Izgi), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: mr. S. Kowsari).

Procesverloop

Bij besluiten van 22 december 2023 (de bestreden besluiten) heeft de staatssecretaris de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, samen met de zaken NL23.40200 en NL23.40202, op 16 januari 2024 op zitting behandeld. Verzoekers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.40200 en NL23.40202, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
06 februari 2024

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.