ECLI:NL:RBDHA:2024:2646
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Letland
In de zaak met zaaknummer NL23.29459 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. L.M. Straver, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. J.J.F.M. van Raak en mr. S. Kowsari, had echter besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Letland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 oktober 2023 en 16 januari 2024 behandeld, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, J. Labban. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL23.29458), heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er al een uitspraak is gedaan op het beroep. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op 26 januari 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.