Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen de verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In een eerdere uitspraak, met zaaknummer NL23.39552, heeft de rechtbank het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Hierdoor werd het verzoek om een voorlopige voorziening als ongegrond afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen als griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.