ECLI:NL:RBDHA:2024:259
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroep dat was ingesteld door een eiser tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar om een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV). De eiser, van Iraakse nationaliteit, had beroep ingesteld zonder het verschuldigde griffierecht van € 184,00 te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de eiser tijdig had geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat de betaling binnen een gestelde termijn had moeten plaatsvinden. Aangezien de eiser het griffierecht niet op tijd had betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim had gegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met de uitspraak.