Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 18 januari 2024 was genomen, waarbij de maatregel van bewaring was opgelegd op basis van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 3 juli 2023 in vrijheid was gesteld, maar zich sindsdien niet had gemeld bij de autoriteiten. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet waren betwist door de eiser en dat de Staatssecretaris niet had aangetoond dat hij voldeed aan de vereisten van artikel 5.3 van het Vreemdelingenbesluit 2000. Ondanks deze tekortkomingen oordeelde de rechtbank dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was, omdat de belangenafweging in het voordeel van de Staatssecretaris uitviel. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 5 februari 2024.