ECLI:NL:RBDHA:2024:244

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
C/09/640614 / HA ZA 23-14
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale handelsgeschil over niet geleverde mondmaskers en ontbinding van de overeenkomst

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, gaat het om een geschil tussen de Britse rechtspersoon Purple Surgical Manufacturing Ltd en het Nederlandse bedrijf Resper B.V. De zaak betreft een vordering tot terugbetaling van meer dan 2,2 miljoen euro voor niet geleverde mondmaskers, die Purple Surgical had besteld bij Resper tijdens de coronapandemie. Purple Surgical had in totaal meer dan 1 miljoen Britse pond en 9 miljoen Amerikaanse dollar aan Resper betaald voor de levering van mondmaskers en handschoenen, maar stelde dat een groot deel van deze bestellingen niet was geleverd. Resper betwistte de vorderingen van Purple Surgical en vorderde op haar beurt betaling voor een onbetaalde bestelling en vrachtkosten.

De rechtbank oordeelde dat Purple Surgical de overeenkomst gedeeltelijk had ontbonden, omdat Resper niet had voldaan aan de fatale leverdatum van 8 september 2020. De rechtbank concludeerde dat Resper £ 1.055.000 en $ 1.052.915,83 aan Purple Surgical moest terugbetalen, en dat Resper ook de kosten van opslag van mondmaskers moest vergoeden. De rechtbank wees de vorderingen van Resper in reconventie af, omdat Purple Surgical de overeenkomst had ontbonden. De proceskosten werden toegewezen aan Purple Surgical, aangezien Resper grotendeels in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team Handel
Zaaknummer: C/09/640614 / HA ZA 23-14
Vonnis van 10 januari 2024
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
PURPLE SURGICAL MANUFACTURING LTDte Shenley (Engeland),
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
advocaat: mr. C. Jeloschek te Amsterdam,
tegen
RESPER B.V.te Den Haag,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
advocaat: mr. T.Y. Tsang te Den Haag.
Partijen worden hierna Purple Surgical en Resper genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 december 2022 met producties 1 t/m 10;
- de beslagstukken;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie met producties 1 t/m 10;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 11 t/m 38;
- het tussenvonnis van 24 mei 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte uitlating van Purple Surgical;
- de akte eiswijziging van Purple Surgical
- de akte overlegging producties van Purple Surgical met producties 39 t/m 45;
- de akte uitlating van Resper;
- de mondelinge behandeling van 20 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Tenslotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling in conventie en in reconventie

De zaak in het kort
2.1.
Tijdens de coronapandemie heeft Purple Surgical, een Britse fabrikant van medische instrumenten en hulpmiddelen, meerdere bestellingen van mondmaskers en handschoenen geplaatst bij Resper, een bedrijf dat gespecialiseerd is in product- en grondstoffenhandel met vestigingen in onder andere China en Hong Kong. In verband met die bestellingen heeft Purple Surgical ruim 1 miljoen Britse pond (hierna aan te duiden met £ en ruim 9 miljoen Amerikaanse dollar (hierna aan te duiden met $) aan Resper betaald. Purple Surgical stelt dat zij een groot deel van de bestelde mondmakers en handschoenen niet geleverd heeft gekregen. Zij eist daarom dat Resper € 2.217.048,73 aan haar terugbetaalt. Daarnaast eist zij dat Resper wordt veroordeeld om 184.380 mondmaskers die nog in de opslag van Purple Surgical staan, op te halen en dat Resper de opslagkosten daarvan betaalt.
2.2.
Resper is het met die vorderingen niet eens en vordert op haar beurt (a) dat Purple Surgical mondmaskers afneemt die nog in een loods in China opgeslagen staan, (b) dat Purple Surgical € 1.697.681,75 betaalt vanwege een onbetaald gebleven bestelling en (c) dat Purple Surgical € 485.681 betaalt aan vrachtkosten.
2.3.
De uitkomst van de zaak is dat Resper £ 1.055.000 en $ 1.052.915,83 aan Purple Surgical moet terugbetalen. Purple Surgical heeft de overeenkomst namelijk gedeeltelijk ontbonden. Resper moet de mondmaskers die nog in de opslag van Purple Surgical staan, ophalen. Resper moet ook de opslagkosten daarvan betalen. Alle vorderingen van Resper worden afgewezen. Hieronder legt de rechtbank uit waarom.
Bevoegdheid, toepasselijk recht, Weens Koopverdrag, algemene voorwaarden
2.4.
Purple Surgical is gevestigd in het buitenland, waardoor de zaak een internationaal karakter heeft. De rechtbank moet daarom eerst beoordelen of zij bevoegd is om van het geschil kennis te nemen en zo ja, welk recht op het geschil van toepassing is.
2.5.
De rechtbank is in beginsel bevoegd om kennis te nemen van het geschil omdat de gedaagde, Resper, in Nederland gevestigd is. Het betoog van Resper dat de rechtbank onbevoegd is omdat in haar algemene voorwaarden staat dat geschillen moeten worden voorgelegd aan het Nederlands Arbitrage Instituut te Rotterdam, bespreekt de rechtbank in 2.7 en verder.
2.6.
Omdat de verkopende partij, Resper, in Nederland is gevestigd, is Nederlands recht van toepassing. Dat volgt uit artikel 3 lid 1 onder a van de Verordening Rome I [1] . Nederland is partij bij het Weens Koopverdrag. Artikel 1 lid 1 onder b van het Weens Koopverdrag bepaalt dat het Weens Koopverdrag onderdeel uitmaakt van het Nederlands recht. Partijen kunnen het Weens Koopverdrag uitsluiten, maar Resper heeft in haar laatste akte duidelijk gemaakt dat zij dat niet wil. Het Weens Koopverdrag is daarom van toepassing, als onderdeel van het Nederlands recht.
2.7.
Resper stelt dat haar algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn. Of dat zo is, wordt op grond van het Weens Koopverdrag bepaald volgens de regels die gelden voor de totstandkoming en uitleg van overeenkomsten. Gelet op het bepaalde in de artikelen 14 en 18, in samenhang met de artikelen 8 en 9 Weens Koopverdrag, maken algemene voorwaarden deel uit van de overeenkomst als bij het sluiten van de overeenkomst uitdrukkelijk of stilzwijgend met die voorwaarden is ingestemd én er een redelijke gelegenheid is geboden om van die voorwaarden kennis te nemen.
2.8.
Dat Resper op haar facturen heeft vermeld dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn, is dus onvoldoende. Dat Resper de algemene voorwaarden op 10 mei 2020 heeft toegestuurd aan [naam 1] (hierna: [naam 1]) is ook onvoldoende. Resper heeft weliswaar gesteld dat [naam 1] als jurist voor Purple Surgical werkte, maar Purple Surgical heeft dat gemotiveerd betwist. Volgens haar was [naam 1] een onafhankelijke tussenpersoon die door beide partijen betaald werd. Resper heeft dit laatste niet weersproken.
Ook staat vast dat, toen [naam 1] Resper benaderde, [naam 1] nog voor zichzelf werkte en niet voor Resper. Dit heeft Resper zelf ter zitting bevestigd. En Resper heeft de algemene voorwaarden verzonden naar het emailadres van [naam 1] zelf, niet naar het emailadres dat [naam 1] op enig moment bij Purple Surgical had. Ze zijn dus niet aan Purple Surgical toegezonden. Dit een en ander rechtvaardigt de conclusie dat Purple Surgical niet een redelijke gelegenheid is geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Dit brengt mee dat de algemene voorwaarden van Resper niet van toepassing zijn.
2.9.
Het betoog van Resper dat de rechtbank onbevoegd is omdat in haar algemene voorwaarden een arbitragebeding staat, slaagt daarom niet.
Dat partijen overeenkwamen dat Resper € 3.441.539,06 zou terugbetalen, staat niet vast
2.10.
Purple Surgical baseert haar vordering allereerst op een vermeende overeenkomst tussen partijen, inhoudende dat Resper € 3.441.539,06 zou terugbetalen. Aan die afspraak heeft Resper gedeeltelijk uitvoering gegeven door € 1.224.490,33 terug te betalen, zodat nog € 2.217.048,73 resteert, aldus Purple Surgical.
2.11.
Naar het oordeel van de rechtbank is deze afspraak tussen partijen niet vast komen te staan. Resper heeft het bestaan van deze afspraak namelijk gemotiveerd betwist. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft Purple Surgical emailcorrespondentie overgelegd. Maar voor zover daaruit al een afspraak zou kunnen worden afgeleid, geldt dat in ieder geval niet voor de hoogte van het terug te betalen bedrag. In de overgelegde emails wordt namelijk steeds een ander bedrag ($ 2m of $ 2.4m) of helemaal geen bedrag genoemd. Dat Resper in deze mailwisseling het bestaan van een terugbetalingsplicht niet heeft ontkend, betekent in ieder geval dus niet dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen inhoudende dat Resper € 3.441.539,06 terugbetaalt aan Purple Surgical.
Purple Surgical heeft de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden
Om welke bestellingen gaat het in deze procedure?
2.12.
In de periode van 12 juni 2020 tot en met 12 augustus 2020 heeft Purple Surgical acht bestellingen bij Resper geplaatst. Van zeven van die bestellingen heeft Purple Surgical de
purchase ordersovergelegd. De purchase order van 18 juni 2020 met referentie 413533 is niet overgelegd. Van zes bestellingen heeft Purple Surgical ook de factuur overgelegd. Bij twee bestellingen is de Britse pond als valuta gebruikt, bij de overige bestellingen de Amerikaanse dollar. In de processtukken rekenden partijen de verschillende verschuldigde en betaalde bedragen om naar euro’s. Daarbij gebruikten ze echter verschillende, niet nader gespecificeerde wisselkoersen, waardoor de door partijen gestelde bedragen niet vergelijkbaar waren. Ter zitting heeft de rechtbank, in overleg met partijen, niet omgerekend naar euro’s maar de oorspronkelijke valuta aangehouden. Dat zal de rechtbank in het restant van dit vonnis en het dictum ook doen. Op basis van de stellingen van partijen kan zij namelijk niet bepalen naar welke datum de verschillende bedragen naar euro’s zouden moeten worden omgerekend.
2.13.
Volgens Purple Surgical is de bestelling van 22 juni 2020 met referentie 413546 betaald en zijn de bestelde producten door Resper geleverd. De vorderingen van Purple Surgical betreffen niet deze bestelling.
2.14.
Over de bestelling van 12 juni 2020 met referentie 413514 en de bestelling van 12 augustus 2020 met referentie 413696 bestaat tussen partijen geen geschil. Weliswaar heeft Resper deze bestellingen niet geleverd, maar Purple Surgical heeft ze ook niet betaald. De vorderingen van Purple Surgical betreffen ook niet deze bestellingen.
2.15.
Voor de bestelling van 18 juni 2020 met referentie 413533 en de bestelling van 22 juni 2020 met referentie 413451 geldt het volgende. Tussen partijen is niet in geschil dat Purple Surgical voor deze bestellingen £ 750.000 en £ 305.000 heeft betaald. Ook is niet in geschil dat Resper de bestelde handschoenen niet heeft geleverd. Dat Resper met betrekking tot deze bestelling opgelicht zou zijn door een derde partij, zoals zij stelt, komt voor haar rekening en risico. Resper heeft de bedragen immers ook aan Purple Surgical gecrediteerd, zo blijkt uit creditnota’s UK_051/62 en UK_051/64. Resper heeft de door Purple Surgical voor deze bestelling betaalde bedragen echter niet terugbetaald, maar toegeschreven aan de bestelling van 6 augustus 2020 met referentie 413678, zo heeft zij ter zitting onweersproken verklaard.
2.16.
Voor de bestelling van 17 juli 2020 met referentie 413622 en de bestelling van 12 augustus 2020 met referentie 413697 geldt hetzelfde. Ook deze bestellingen zijn niet geleverd. De betalingen van $ 1.402.500 en $ 2.382.600 die Purple Surgical op 23 juli 2020 en 13 augustus 2020 deed, zagen oorspronkelijk op deze bestellingen. Maar Resper heeft ook deze betalingen, na creditering (zie creditnota’s UK_051/72A en UK_051/81) toegeschreven aan de bestelling van 6 augustus 2020 met referentie 413678.
2.17.
Daarmee draait deze zaak in feite alleen nog om de bestelling van 6 augustus 2020 met referentie 413678.
De bestelling van 6 augustus 2020 met referentie 413678
2.18.
Op 6 augustus 2020 heeft Purple Surgical 1.200.000 mondmaskers van $ 6,45 per stuk bij Resper besteld, afkomstig van fabrikant Meixin, goed voor een totaal van $ 7.740.000. Op basis van de overgelegde emailcorrespondentie concludeert de rechtbank dat partijen overeenkwamen dat Resper de mondmaskers uiterlijk op 8 september 2020 zou leveren. Dat was voor Purple Surgical van groot belang, omdat zij op haar beurt verplichtingen had richting haar afnemers.
Zo schreef Purple Surgical op 5 augustus 2020 onder meer:
“[naam 2],
You have my authority to proceed on the basis that you have described below.
As you are aware the key element of this commitment is Resper / Meixin’s ability to deliver the quantity described in the timescale indicated. Are you 100% certain of this?”
In haar reactie op 5 augustus 2020 schreef Resper onder meer:
“Deliveries

17th August – 500.000 Units

24th September – 250.000 Units

1st September – 250.000 Units

8th September – 200.000 Units
This schedule will complete the order by 8th September.”
Op 10 augustus schreef Purple Surgical onder meer:
“I also recognise that we reached an agreement for Resper to supply 1.2m units by Sept 8th but what I want to ensure is if we have enough Meixin 2016V to satisfy demand before you supply the full 1.2m or if Meixin cannot supply by in full by Sept 8th, that PS will have no obligation to purchase the full amount.
For example, if we pay for in full for 1m units & you have supplied 1m units & we do not need the final 200k or they are late, there will be no problems with either Resper or Meixin”
In haar reactie op 11 augustus 2020 schreef Resper onder meer:
“Yes, we agree that we will meet the deadline of delivering the masks by september 8th. Please note that it will be +/- 3 days due to the agreement with meixin is to have all deliveries concluded in 4 weeks. Yes, we will forward the concern of yours back to back to the manufacturer. So there won’t be any liability for you and us in buying the entire quantity of 1.2mn if it isn’t delivered in the stipulated time.”
Aldus zijn partijen een leveringsdatum van 8 september 2020 overeengekomen. Daarmee was naar het oordeel van de rechtbank sprake van een fatale termijn. Dat Resper in haar mail van 11 augustus 2020 een marge van drie dagen aanhield, maakt dat niet anders.
2.19.
Resper heeft aan deze fatale termijn niet voldaan, zo staat tussen partijen vast. Op 7 september 2020 waren nog maar 350.000 of 365.000 van de 1.200.000 bestelde mondmaskers geleverd. Het nietvoldoen aan een fatale termijn vormt een wezenlijke tekortkoming als bedoeld in artikel 49 lid 1 onder a van het Weens Koopverdrag. Dat betekent dat Purple Surgical vanaf dat moment gerechtigd was om de overeenkomst te ontbinden.
2.20.
Op dat moment koos Purple Surgical ervoor om nog niet te ontbinden, maar om voor de rest van de bestelling een aanvullende termijn overeen te komen. Resper zou de resterende mondmaskers uiterlijk op 15 september 2020 leveren, zo spraken zij op 7 september 2020 af.
"it's unfortunate for that the deliveries didn't go as planned and we are sure to fix this once and for all to meet the deadline of 15th September as mentioned and agreed by [naam 3] in one of our last emails that we had sent to him."
Op 10 september 2020 werd echter duidelijk dat Resper ook de aanvullende termijn niet zou halen. Dat gaf Purple Surgical eens te meer het recht om te ontbinden, zo volgt uit artikel 49 lid 1 onder b van het Weens Koopverdrag.
2.21.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Purple Surgical de overeenkomst vervolgens daadwerkelijk gedeeltelijk ontbonden. Uit de overgelegde emailcorrespondentie blijkt namelijk dat Purple Surgical liet weten dat zij voor de nietgeleverde mondmaskers haar geld terug wilde. De rechtbank beschouwt dit als een (buitengerechtelijke) ontbindingsverklaring als bedoeld in artikel 49 van het Weens Koopverdrag. Daarbij acht de rechtbank van belang dat ook Resper uit de berichten van Purple Surgical heeft afgeleid dat Purple Surgical het resterende deel van de bestelling annuleerde, zo begrijpt de rechtbank althans uit de stellingen van Resper. En Resper heeft zich daar ook bij neergelegd. Dat leidt de rechtbank af uit het volgende.
2.22.
Allereerst is tussen partijen niet vast komen te staan dat Resper Purple Surgical heeft verzocht om de mondmaskers die nog in China lagen, alsnog af te nemen. Resper heeft dat wel gesteld, maar Purple Surgical heeft dat betwist. Het lag daarom op de weg van Resper om haar stelling op dit punt nader toe telichten. Dat heeft zij onvoldoende gedaan. Zij heeft slechts verwezen naar drie foto’s van dozen waarin mondmaskers zouden zitten en een sms-bericht met de volgende tekst:
“There are still 600 Fang Meixin FFP3 masks in the Shanghai warehouse. Please ask the British Ministry of Health to ship them back to the UK or move them to a bonded warehouse”. De afzender, ontvanger en context van dit bericht is echter volstrekt onduidelijk gebleven.
2.23.
Ten tweede is juist wel vast komen te staan dat partijen in oktober 2020 afspraken dat Resper 190.000 (van deze) mondmaskers op haar kosten tijdelijk mocht opslaan in een opslag van Purple Surgical in Engeland om ze daar aan derden te kunnen verkopen. Purple Surgical heeft dat gesteld en onderbouwd met emailcorrespondentie. Resper heeft dat onvoldoende weersproken. En zij heeft ter zitting bevestigd dat Purple Surgical haar had laten weten (a) dat zij de mondmaskers alleen voor Resper in ontvangst wilde nemen, (b) dat Resper de kosten daarvan moest betalen en (c) dat de mondmaskers van Resper zouden blijven. Resper heeft daar toen niet tegen geprotesteerd.
2.24.
En ten derde heeft Resper in de overgelegde emailcorrespondentie het bestaan van een terugbetalingsplicht niet ontkend (zie ook 2.11). Gelet op dit een en ander concludeert de rechtbank dat ook voor Resper in september 2020 duidelijk was dat Purple Surgical de overeenkomst gedeeltelijk heeft ontbonden.
De gevolgen van de (gedeeltelijke) ontbinding
2.25.
Artikel 81 lid 1 van het Weens Koopverdrag bepaalt dat een ontbinding beide partijen bevrijdt van hun verplichtingen uit de overeenkomst. Op grond van lid 2 van dit artikel kan een partij die de overeenkomst geheel of gedeeltelijk heeft uitgevoerd, van de andere partij teruggave eisen van hetgeen zij uit hoofde van de overeenkomst heeft gepresteerd. In dit geval vordert Purple Surgical terugbetaling van de bedragen waar zij geen producten voor heeft ontvangen. De rechtbank zal daarom eerst vaststellen wat Purple Surgical betaald heeft en vervolgens wat zij geleverd heeft gekregen.
Wat heeft Purple Surgical betaald?
2.26.
Wat Purple Surgical betaald heeft, is tussen partijen niet in geschil. In 2.15 en 2.16 heeft de rechtbank overwogen dat de volgende betalingen aan de bestelling van 6 augustus 2020 met referentie 413678 zijn toegeschreven.
18 juni 2020
£ 750.000
24 juni 2020
£ 305.000
23 juli 2020
$ 1.402.500
6 augustus 2020
$ 2.474.750
13 augustus 2020
$ 2.382.600
14 augustus 2020
$ 1.031.145,83
In totaal gaat het dus om £ 1.055.000 en $ 7.290.995,83.
Wat heeft Resper geleverd?
2.27.
Partijen zijn het niet eens over het aantal mondmaskers dat is geleverd. De rechtbank onderscheidt drie categorieën. Allereerst zijn er de mondmaskers die Purple Surgical daadwerkelijk heeft ontvangen en geaccepteerd. Dat Resper mondmaskers heeft geleverd, staat niet ter discussie. De rechtbank stelt vast dat dit ging om 765.600 mondmaskers, ter waarde van $ 4.938.120. Volgens het bij dagvaarding overgelegde overzicht van Purple Surgical is de waarde van de nietgeleverde producten namelijk $ 2.801.880. Aangezien er voor $ 7.740.000 USD was besteld, begrijpt de rechtbank daaruit dat er volgens eigen stelling van Purple Surgical voor $ 4.938.120 geleverd is. Dat komt nagenoeg overeen met de stelling die zij in antwoord in reconventie heeft ingenomen, inhoudende dat Resper op 15 september 2020 in totaal 595.000 mondmaskers geleverd had gekregen en op 23 oktober 2020 nog 170.000 stuks. Ter zitting heeft Resper nagenoeg dezelfde hoeveelheden genoemd.
2.28.
Daarnaast heeft Purple Surgical in november 2020 nog 184.380 mondmaskers in ontvangst genomen. Dit zijn de mondmaskers waarvan partijen in oktober 2020 afspraken dat Resper deze tijdelijk in de opslag van Purple Surgical mocht opslaan (zie 2.23). De rechtbank beschouwt deze mondmaskers daarom niet als geleverd.
2.29.
Tot slot ligt een deel van de bestelde mondmaskers nog in een opslag in China. Resper heeft zich op het standpunt gesteld dat Purple Surgical deze nog zou moeten afnemen, maar dat ziet de rechtbank anders. Het staat immers vast dat dit deel van de mondmaskers pas na 15 september 2020 beschikbaar kwam en dus te laat. Bovendien is niet vast komen te staan dat Resper Purple Surgical op enig moment heeft geïnformeerd dat deze mondmaskers beschikbaar waren gekomen, laat staan dat zij Purple Surgical heeft verzocht om deze mondmaskers nog af te nemen (zie ook 2.22). De rechtbank beschouwt ook deze mondmaskers daarom niet als geleverd.
Wat moet Resper nog terugbetalen?
2.30.
Alleen de in 2.27 besproken mondmaskers gelden dus als geleverd. Dat waren er 765.600, ter waarde van $ 4.938.120. In 2.26 stelde de rechtbank vast dat Purple Surgical in totaal £ 1.055.000 en $ 7.290.995,83 heeft betaald. Dat betekent dat Resper £ 1.055.000 en ($ 7.290.995,83 - $ 4.938.120 =) $ 2.352.875,83 moest terugbetalen. Daarvan heeft Resper op 14 september 2020 al een bedrag van $ 999.980 voldaan en op 28 september 2020 nog een bedrag van $ 299.980. Zodoende resteert nog een terug te betalen bedrag van £ 1.055.000 en $ 1.052.915,83.
Wettelijke rente
2.31.
Op grond van artikel 84 lid 1 van het Weens Koopverdrag is Resper rente verschuldigd vanaf het moment dat de betalingen door Purple Surgical zijn verricht. Purple Surgical heeft de rente echter gevorderd vanaf een latere datum, namelijk 6 augustus 2021. De rechtbank zal de rente daarom vanaf die datum toewijzen. Voor de hoogte van de door Purple Surgical gevorderde rente moet worden aangesloten bij de rentevoet ter plaatse van verkoper Resper, die de rente als genoten voordeel moet afdragen. Van wettelijke handelsrente op grond van artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek (BW), zoals Purple Surgical heeft gevorderd, kan geen sprake zijn. De vordering van Purple Surgical vloeit immers niet voort uit een handelsovereenkomst, maar uit een ongedaanmakingsverbintenis, Aldus is toewijsbaar de rente op grond van artikel 6:119 BW.
De mondmaskers in de opslag van Purple Surgical
2.32.
De 184.380 mondmaskers die Purple Surgical in november 2020 voor Resper heeft opgeslagen, liggen nog steeds in de opslag van Purple Surgical. Nu de rechtbank van oordeel is dat deze mondmaskers altijd van Resper zijn gebleven, moet Resper deze ophalen, zoals Purple Surgical heeft gevorderd. Resper krijgt daar een maand de tijd voor. De rechtbank verbindt daar geen dwangsom aan, want als Resper de mondmaskers dan nog niet heeft opgehaald, mag Purple Surgical, in overeenstemming met haar vordering, de mondmaskers vernietigen. De (redelijke) kosten daarvan komen dan voor rekening van Resper.
2.33.
Ook moet Resper betalen voor de kosten van de opslag. Volgens Purple Surgical bedragen de opslagkosten inmiddels € 29.580. Resper heeft dat niet betwist. De rechtbank zal dat bedrag daarom toewijzen. Dat Purple Surgical ook transportkosten heeft gemaakt, is niet gesteld of gebleken. De vordering op dat punt zal daarom worden afgewezen.
De tegeneis van Resper
2.34.
In reconventie heeft Resper gevorderd dat Purple Surgical wordt verplicht om de mondmaskers die in China staan alsnog af te nemen. Aangezien Purple Surgical de overeenkomst heeft ontbonden, en gelet op hetgeen de rechtbank in 2.29 over deze mondmaskers heeft overwogen, wordt dit gedeelte van de vordering afgewezen.
2.35.
Daarnaast heeft Resper gevorderd dat Purple Surgical € 1.697.681,75 betaalt vanwege een onbetaald gebleven bestelling. Ook die vordering wordt afgewezen omdat Purple Surgical de overeenkomst gedeeltelijk heeft ontbonden.
2.36.
Tot slot heeft Resper gevorderd dat Purple Surgical € 485.681 aan vrachtkosten betaalt. Ter zitting heeft Resper aangevoerd dat deze kosten zijn gemaakt voor het huren van een vrachtvliegtuig voor het transport van handschoenen. Deze handschoenen zijn uiteindelijk nooit geleverd, volgens Resper omdat zij is opgelicht door een derde partij. De kosten voor het vrachtvliegtuig had Resper toen echter al gemaakt. Op welke grondslag Resper deze kosten nu op Purple Surgical wenst te verhalen, is onduidelijk gebleven. Op vragen van de rechtbank daarover heeft Resper ter zitting geen begrijpelijk antwoord gegeven. Voor zover Resper heeft bedoeld dat partijen dit zo zijn overeengekomen, is dat niet vast komen te staan. Purple Surgical heeft dat namelijk betwist en Resper heeft die vermeende afspraak niet onderbouwd. Ook dit gedeelte van de vordering van Resper wordt daarom afgewezen.
Proceskosten in conventie
2.37.
Resper is in conventie grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten in conventie (inclusief nakosten) betalen. Onder de proceskosten vallen ook de beslagkosten die Purple Surgical heeft gemaakt in verband met het op 19 december 2022 ten laste van Resper gelegd conservatoir derdenbeslag onder ABN Amro Bank N.V., Aegon Bank N.V., Coöperatieve Rabobank U.A., de ING Bank N.V., Van Lanschot N.V., NationaleNederlanden Bank N.V., NIBC Bank N.V., de Volksbank N.V., Triodos Bank N.V., Resper Holding B.V., Resper EUsource B.V., Leo Magnum B.V., OceBio Nederland B.V. en Bol.com B.V. De proceskosten van Purple Surgical worden begroot op:
- dagvaarding € 125,03
- beslag- en betekeningsexploten € 3.809,30
- griffierecht € 8.519,00
- salaris advocaat € 12.741,00 (3 punten × tarief VIII)
- nakosten € 135,50 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 25.329,83
Proceskosten in reconventie
2.38.
Resper is in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten in reconventie betalen. De proceskosten van Purple Surgical worden begroot op:
- salaris advocaat € 4.247,00 (1 punt × tarief VIII)
- nakosten € 135,50 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 4.382,50

3.De beslissing

De rechtbank:
in conventie
3.1.
verklaart voor recht dat Purple Surgical de overeenkomst met Resper gedeeltelijk heeft ontbonden;
3.2.
veroordeelt Resper om aan Purple Surgical te betalen een bedrag van £ 1.055.000 en $ 1.052.915,83, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 6 augustus 2021 tot de dag van betaling;
3.3.
gebiedt Resper om de mondmaskers als bedoeld in 2.32 die nog in de opslag van Purple Surgical staan binnen één maand na het wijzen van dit vonnis op te halen. Als Resper dat niet doet, mag Purple Surgical de mondmaskers vernietigen. Resper moet in dat geval de redelijke kosten daarvan vergoeden;
3.4.
verklaart voor recht dat Resper gehouden is te betalen voor de opslag van de mondmaskers als bedoeld in 2.32;
3.5.
veroordeelt Resper om aan Purple Surgical te betalen een bedrag van € 29.580;
3.6.
veroordeelt Resper in de proceskosten van € 25.329,83, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Resper niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Resper € 45 extra betalen, plus de kosten van de betekening;
3.7.
verklaart de veroordelingen onder 3.2, 3.3, 3.5 en 3.6 uitvoerbaar bij voorraad;
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
3.9.
wijst de vorderingen van Resper af;
3.10.
veroordeelt Resper in de proceskosten van € 4.382,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Resper niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Resper € 45 extra betalen, plus de kosten van de betekening;
3.11.
verklaart de veroordeling onder 3.10 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Bordes en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024.

Voetnoten

1.Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, PbEU 2008, L 177/6