Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Nigeriaanse nationaliteit houder, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 augustus 2023. Dit besluit hield in dat de asielaanvraag van eiser, ingediend op 18 augustus 2022, buiten behandeling werd gesteld op basis van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Eiser had geen reactie gegeven op eerdere verzoeken van verweerder om zijn asielaanvraag door te zetten, ondanks dat hij tijdelijke bescherming had op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming tot 4 september 2023.
De rechtbank heeft het beroep op 10 november 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De rechtbank constateert dat de gronden van beroep van eiser betrekking hebben op de beëindiging van het recht op tijdelijke bescherming en niet op de buiten behandeling stelling van de asielaanvraag. Aangezien eiser niet heeft gereageerd op de brieven van verweerder, heeft de rechtbank geoordeeld dat de buiten behandeling stelling van de asielaanvraag terecht is gebeurd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep ongegrond.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen een week na bekendmaking van de uitspraak.