ECLI:NL:RBDHA:2024:2430

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
NL23.39571
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van nationaliteit en identiteit

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser, die stelt de Togolese nationaliteit te bezitten, heeft op 14 september 2023 een aanvraag ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 13 december 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, waarbij hij de Ghanese nationaliteit van eiser als geloofwaardig heeft geacht. De rechtbank heeft het beroep op 31 januari 2024 behandeld, waarbij eiser niet aanwezig was, maar zijn gemachtigde wel. De rechtbank concludeert dat eiser niet heeft aangetoond dat hij de Togolese nationaliteit bezit en dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat eiser de Ghanese nationaliteit heeft. De rechtbank wijst erop dat het aan eiser is om zijn identiteit en nationaliteit aannemelijk te maken, wat hij niet heeft gedaan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.39571

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 februari 2024 in de zaak tussen

[eiser], v-nummer: [nummer], eiser

(gemachtigde: mr. S.B. Kleerekooper),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. A.J. Rossingh).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft op
14 september 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 13 december 2023 deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 31 januari 2024, samen met de zaak NL23.39572, op zitting behandeld. Hieraan hebben de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris deelgenomen. Eiser is niet verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat eiser ongelijk krijgt en de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiser stelt dat hij de Togolese nationaliteit bezit. Eiser heeft in Togo gedemonstreerd toen de zoon van de overleden oud president van Togo aan de macht kwam. Eiser is vervolgens gemarteld door de Togolese overheid.
Het bestreden besluit
5. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. De staatssecretaris heeft geloofwaardig geacht dat eiser de Ghanese nationaliteit bezit. Uit het Schengen Informatie Systeem (SIS) is gebleken dat eiser onder een in het besluit genoemd Schengen identificatienummer in Italië is geregistreerd met de Ghanese nationaliteit. Daarnaast heeft eiser, toen hij werd aangehouden door de Koninklijke Marechaussee, verklaard dat hij de Ghanese nationaliteit heeft en dit onderbouwd door een Ghanees paspoort te tonen. Verder heeft eiser geen andere documenten overgelegd waaruit blijkt dat hij niet de Ghanese maar de Togolese nationaliteit bezit. Ghana geldt als veilig land van herkomst. De staatssecretaris verwacht daarom dat eiser naar Ghana kan terugkeren nu niet is gebleken dat hij daar te vrezen heeft voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag of dat hij een reëel risico loopt op schending van artikel 3 van het EVRM.
Identiteit, nationaliteit en herkomst
6. Eiser betoogt dat hij de Togolese nationaliteit bezit. Eiser heeft duidelijk verklaard waarom hij – onder andere tijdens zijn aanhouding door de Koninklijke Marechaussee – in het bezit was van een Ghanees paspoort. Ook heeft eiser aangegeven dat hij zich, gezien zijn problemen in Togo, niet kan wenden tot de Togolese autoriteiten en daarom een in België gevestigde hulporganisatie heeft verzocht te helpen bij het onderbouwen van zijn nationaliteit. Eiser heeft twee verklaringen met vertaling overgelegd die hij van deze hulporganisatie heeft ontvangen en die onderbouwen dat eiser de Togolese nationaliteit bezit. Het gaat om een verklaring van “ASBL” van 27 oktober 2023 en van “HCTE-Benelux” van 29 december 2023. Hij heeft ook een vertaalde verklaring uit Benin overgelegd van 18 december 2017. Verder wacht eiser op een verklaring van de Ghanese ambassade waaruit blijkt dat het Ghanese paspoort dat hij eerder heeft getoond vals is. De staatssecretaris heeft niet aangetoond dat eiser met zekerheid de Ghanese nationaliteit bezit. Hij had daarom de mogelijkheid open moeten houden dat eiser de Togolese nationaliteit bezit.
6.1.
De rechtbank stelt voorop dat het aan eiser is om zijn identiteit, nationaliteit en herkomst aannemelijk te maken en om (een begin van) bewijs daarvoor te leveren. Hierin is eiser niet geslaagd. De staatssecretaris mag ervan uitgaan dat eiser de Ghanese nationaliteit bezit. Uit het SIS is namelijk gebleken dat eiser door Italië geregistreerd is met de Ghanese nationaliteit. Een registratie van dergelijke gegevens vindt plaats op basis van een identificerend en officieel document. De staatssecretaris mag gelet op het beginsel van wederzijds vertrouwen ervan uitgaan dat eiser een echt bevonden Ghanees identiteitsdocument heeft overgelegd aan de Italiaanse autoriteiten op basis waarvan de Italiaanse autoriteiten eiser met de Ghanese nationaliteit hebben geregistreerd. Daarnaast heeft eiser bij de Koninklijke Marechaussee verklaard dat hij de Ghanese nationaliteit bezit en dit onderbouwd met een Ghanees paspoort. Ook mag de staatssecretaris het niet aannemelijk vinden dat eiser tijdens zijn (vlieg)reis (van Togo via Benin naar Zuid-Afrika is gereisd en vervolgens met het vliegtuig naar Italië) met valse documenten via verschillende grensoverschrijdingen en internationale vluchten heeft kunnen reizen.
6.2.
De verklaringen van eiser over zijn nationaliteit en de documenten die hij ter onderbouwing van zijn betoog heeft overgelegd maken het oordeel van de rechtbank niet anders. De staatssecretaris stelt terecht dat de inhoud van de verklaring van HCTE-Benelux niet overeenkomt met de feitelijke situatie van eiser. In de vertaalde verklaring wordt gesproken over “zijn jonge leeftijd”, wordt hij omschreven als “student in Ghoma”. In de verklaring van ASBL wordt verzocht om eiser de “bescherming door de Verenigde Staten” toe te kennen. De staatssecretaris stelt dan ook terecht dat het erop lijkt dat de verklaringen niet op eiser zien. Verder is onduidelijk op basis waarvan is vastgesteld dat eiser de Togolese nationaliteit bezit. Dat geldt ook voor de verklaring uit Benin. De beroepsgrond slaagt niet.
Heeft de staatssecretaris zorgvuldig onderzoek verricht?
7. Eiser betoogt dat de staatssecretaris – zolang niet vaststaat dat eiser de Ghanese nationaliteit heeft – rekening moet houden met de mogelijkheid dat eiser de Togolese nationaliteit heeft. Dit betekent dat de staatssecretaris tijdens het nader gehoor ook vragen had moeten stellen over Togo en de problemen die eiser in Togo had.
7.1.
De staatssecretaris mocht er op basis van de informatie die hij al vóór het nader gehoor had van uitgaan dat eiser de Ghanese nationaliteit bezit (zie onder 6.1). Dit brengt mee dat de staatssecretaris eiser bij het nader gehoor niet hoefde te bevragen over problemen die hij in Togo stelde te hebben. Het gehoor diende er immers op gericht te zijn om te kunnen beoordelen of eiser naar Ghana kan worden uitgezet. De verklaringen van eiser tijdens het nader gehoor hoefden ook geen aanleiding te zijn voor de staatssecretaris om eiser alsnog te bevragen over de problemen die hij in Togo stelde te hebben, omdat die verklaringen er niet aan afdoen dat de staatssecretaris ervan uit mag gaan dat eiser de Ghanese nationaliteit bezit (zie onder 6.2).
Verwijzing naar dat wat eerder in de procedure is aangevoerd
8. Eiser heeft voor het overige verzocht om dat wat eerder in de procedure is aangevoerd als herhaald en ingelast te beschouwen in de gronden van beroep. Omdat de staatssecretaris hier in het bestreden besluit op in is gegaan en eiser deze gronden, anders dan hiervoor al besproken, in beroep niet nader heeft onderbouwd, kan het enkel herhalen van de zienswijze in de beroepsgronden niet leiden tot het daarmee door eiser beoogde resultaat.

Conclusie en gevolgen

9. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Emaus, rechter, in aanwezigheid van mr. C.G.H. van der Holst, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.