2.2Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit 2. Naar aanleiding daarvan heeft verweerder een medisch onderzoek laten uitvoeren. De verzekeringsarts b&b heeft vastgesteld dat de belastbaarheid van eiseres, afgezet tegen de WIA-beoordeling, niet wezenlijk anders is. Eiseres is daarom op medische gronden geschikt voor het verrichten van de functies die in het kader van de WIA-beoordeling zijn geselecteerd. In het bestreden besluit 2 heeft verweerder deze bevindingen overgenomen en het primaire besluit 2 gehandhaafd.
3. Ter zitting is namens eiseres naar voren gebracht dat de verzekeringsarts b&b de psychische klachten van eiseres heeft onderschat. Er zijn hiervoor onvoldoende beperkingen opgenomen in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). Er is volgens de gemachtigde van eiseres sprake van een ernstige depressie, hetgeen onvoldoende is onderkend door de verzekeringsartsen. Er was weliswaar in de zomer van 2021 sprake van een opleving en daardoor een vermindering van de psychisch klachten, maar in het najaar is er in de privésfeer iets gebeurd waardoor de psychische klachten bij eiseres weer zijn toegenomen. Zij is toen voor behandeling doorverwezen naar psycholoog J. Léonard bij wie zij in januari 2022 onder behandeling kwam. Eiseres verwijst in dit verband naar de beschikbare medische informatie van de psycholoog van 24 januari 2022 en 31 mei 2022, waarin onder meer vermeld staat dat werkhervatting voor eiseres is uitgesloten.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. In geschil is of verweerder de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres in de zin van de Wet WIA terecht met ingang van 6 oktober 2021 heeft vastgesteld op minder dan 35% en terecht heeft geweigerd aan eiseres een WIA-uitkering toe te kennen. Daarnaast is in geschil of verweerder terecht de ZW-uitkering van eiseres met ingang van 22 december 2021 heeft beëindigd.
5. Omdat bij de rechtbank in beide zaken enige twijfel was gerezen over de juistheid van de medische beoordeling van verweerder, heeft de rechtbank de deskundigen benoemd voor het verrichten van een gecombineerd psychiatrisch-verzekeringsgeneeskundig onderzoek. In de separaat opgestelde rapporten van 8 november 2023 hebben de deskundigen de vragen van de rechtbank beantwoord. De deskundigen hebben vastgesteld dat bij eiseres op 6 oktober en op 22 december 2022 sprake was van een (persisterende) depressieve stoornis, matig van ernst, chronische aspecifieke rugklachten en diabetes mellitus type 2, insuline afhankelijk. Deskundige Cheng is na bestudering van het rapport van deskundige Bouwens tot de conclusie gekomen dat de verzekeringsartsen van verweerder de FML op adequate wijze hebben opgesteld. Er zijn geen aanwijzingen dat per de data in geding (6 oktober en 22 december 2021) meer of zwaardere beperkingen gelden. Concreet betekent dit dat de deskundigen van oordeel zijn dat in de FML voldoende rekening is gehouden met klachten en beperkingen die mogelijk voortvloeien uit de matig ernstige depressieve stoornis.
6. De rechtbank ziet aanleiding om de conclusies van de deskundigen te volgen. Eiseres en verweerder hebben de conclusies ook niet betwist. Hieruit volgt dat verweerder de functionele mogelijkheden van eiseres op 6 oktober en 22 december 2021 correct heeft vastgesteld. De rechtbank ziet geen grond voor het oordeel dat de belasting van de voorgehouden functies, die zijn geselecteerd op basis van de FML, de mogelijkheden van eiseres overschrijdt.
7. Vergelijking van het inkomen dat eiseres per 6 oktober 2021 in de geselecteerde functies zou kunnen verdienen met het inkomen dat zij in haar eigen werk zou hebben verdiend als zij niet arbeidsongeschikt was geworden, leidt tot een verlies aan verdienvermogen van 17,95%. De mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres is door verweerder dus terecht bepaald op minder dan 35%. Dit betekent dat aan eiseres terecht en op goede gronden per 6 oktober 2021 een WIA-uitkering is geweigerd.
8. Nu de belastbaarheid van eiseres op 6 oktober en 22 december 2021 volgens deskundige Cheng gelijk is, heeft verweerder eveneens terecht en op goede gronden de ZW-uitkering van eiseres per 22 december 2021 beëindigd. Eiseres is per die datum geschikt voor het verrichten van de in het kader van de WIA-beoordeling geduide functies.
9. De beroepen gericht tegen de bestreden besluiten 1 en 2 zijn ongegrond. Eiseres krijgt dus in beide zaken geen gelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.