ECLI:NL:RBDHA:2024:2408
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Strijd met het gelijkheidsbeginsel bij afwijzing omgevingsvergunning en handhaving
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een erfafscheiding en de opgelegde last onder dwangsom beoordeeld. Eiser, wonende in Den Haag, had een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning op 17 januari 2021, maar deze werd op 23 maart 2021 afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de omgevingsvergunning in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, omdat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom in de situatie van eiser tot handhavend optreden is besloten, terwijl dit in vergelijkbare gevallen niet is gedaan. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat de erfafscheiding in strijd is met redelijke eisen van welstand. Eiser verzoekt ook om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat wordt toegewezen. De rechtbank verklaart het beroep tegen de opgelegde last onder dwangsom niet-ontvankelijk, maar vernietigt het bestreden besluit II, dat de last onder dwangsom handhaafde. De rechtbank oordeelt dat verweerder opnieuw moet beslissen op het bezwaar van eiser.