ECLI:NL:RBDHA:2024:2389
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheid en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Georgische nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend op 1 december 2023. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 10 januari 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 9 februari 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk. Eiser betwistte de afwijzing en voerde aan dat zijn verklaringen over problemen met de zonen van politieagenten niet geloofwaardig waren geacht door de staatssecretaris. Hij stelde dat er geen integrale geloofwaardigheidsbeoordeling had plaatsgevonden en dat zijn overgelegde bewijsstukken, zoals foto's van verwondingen, niet voldoende waren meegenomen in de beoordeling.
De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat Georgië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat hij in een uitzonderlijke situatie verkeerde die hem bescherming zou moeten bieden. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet ten onrechte de geloofwaardigheid van eisers verklaringen had betwist, gezien de inconsistenties en tegenstrijdigheden in zijn verklaringen. De rechtbank concludeerde dat de asielaanvraag van eiser terecht was afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.