Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
- verzoekers, p/a hun gemachtigde;
- de rechter.
Rechtbank Den Haag
Op 22 februari 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op de wrakingsverzoeken van meerdere verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde. De verzoekers hebben de wraking ingediend tegen mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, rechter in de rechtbank, naar aanleiding van een afwijzing van een uitstelverzoek voor een zitting die op 15 februari 2024 gepland stond. De verzoekers waren betrokken bij zeven afzonderlijke bestuursrechtelijke zaken tegen beslissingen van de directeur gemeentebelastingen van de gemeente Den Haag. De gemachtigde had op 12 januari 2024 om uitstel verzocht, maar dit verzoek werd afgewezen omdat er te veel verhinderdagen waren opgegeven. Op 15 februari 2024, vlak voor de zitting, heeft de gemachtigde de rechter gewraakt, stellende dat de rechter vooringenomen was door de korte termijn van de zitting en het niet honoreren van het uitstelverzoek.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve aanwijzingen zijn voor partijdigheid. De wrakingskamer oordeelde dat de afwijzing van het uitstelverzoek een procedurele beslissing is en dat deze beslissing op zichzelf geen grond kan vormen voor wraking. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de objectieve schijn van partijdigheid rechtvaardigden. De beslissing van de rechter om het uitstelverzoek af te wijzen, met inachtneming van het aantal opgegeven verhinderdagen, gaf geen blijk van vooringenomenheid.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de behandeling van de onderliggende procedures voortgezet kan worden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.