Uitspraak
[eiser] , eiser en verzoeker, hierna: eiser
de minister van Asiel en Migratie, hierna: de minister
Inleiding
Overwegingen
- eisers Libische paspoort dat echt bevonden is;
- een kopie van het aanhoudingsbevel (ook: de oproep);
- 11 foto’s waarop [naam 1] of zijn vrouw staat afgebeeld samen met onder andere familieleden van eiser;
- een stamboomtekening;
- een kopie van eisers geboorteakte;
- een kopie van de geboorteakte van eisers broer;
- een foto waarop demonstrerende mensen te zien zijn;
- een kopie van een verklaring (getuigschrift) van Stichting Rode Halve Maan;
- een kopie van een werkpas van de Stichting Rode Halve Maan;
- een kopie van een studentenpas.
2. dat eiser problemen heeft doordat hij familie is van [naam 1] is niet geloofwaardig.
Verweerder heeft zich beraden over de vraag of uw rechtbank verzocht dient te worden de behandeling van het door eiser ingestelde beroep aan te houden om eiser wederom in de gelegenheid te stellen originele documenten te overleggen en om deze te doen onderzoeken op hun echtheid, doch komt verweerder tot de conclusie dat een dergelijke aanhouding en onderzoek niet kan leiden tot een andersluidende uitkomst van de beoordeling van het asielverzoek van eiser. Immers, zelfs al zou de door eiser gestelde familieband met [naam 1] aannemelijk zijn gemaakt (nogmaals: verweerder is van mening dat in het voornemen en in het bestreden besluit op goede gronden is overwogen dat eiser hier niet in is geslaagd), dan doet dat enkele feit niet af aan de overige overwegingen op grond waarvan het asielrelaas van eiser niet geloofwaardig is geacht, waarbij terecht is overwogen dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 31 lid 6 sub b en c Vw.” Op de zitting heeft de gemachtigde van de minister dit standpunt herhaald.
U voert aan dat niet gevolgd kan worden dat u niet in de negatieve belangstelling zou staan. Hierbij wijst u op de aanhouding in juni 2024. Uw overweging volg ik niet. Vooropgesteld wordt dat u niet wordt gevolgd in uw gestelde verwantschap met [naam 1] . Dit doet op voorhand afbreuk aan uw gestelde problemen vanwege het organiseren van een demonstratie op verzoek van de zoon van [naam 1].”
U voert aan dat niets is opgemerkt over de aanhouding van u, uw broer en neef in 2022, de dood van de neef in detentie en de wonden van de broer. U ziet de afkomst van de [naam 1] -stam als een groot risico op schending van 3 EVRM. Uw overweging volg ik niet. Over de band met de [naam 1] -stam is reeds geoordeeld. Daar komt verder bij dat niet is gebleken dat u problemen heeft ondervonden vanwege de dood van uw neef en de wonden van uw broer. Sterker nog, in deze periode heeft u juist besloten terug te keren naar Libië. Het voornemen behoeft dan ook geen herziening.”
-loyalisten bleven negatief in de belangstelling staan van milities en brigades, die veelal zijn ontstaan in de aanloop naar of tijdens de gewapende opstand van 2011 waarbij [naam 1] ten val werd gebracht, en die zichzelf beschouwen als de ‘ware revolutionairen’ (thuwwar). In de verslagperiode liepen [naam 1] -aanhangers, voormalige functionarissen in het [naam 1] en mensen met een stamachtergrond die als pro- [naam 1] werd gezien, nog steeds risico op detentie zonder een eerlijk strafrechtelijk proces door milities en gewapende groepen. Met name personen die langere tijd in het buitenland hadden verbleven en terugkeerden, werden gewantrouwd door de feitelijke machthebbers van controleposten. Milities hielden databases bij van personen die het land hebben verlaten en konden iemand via de achternaam tot een stamachtergrond herleiden. Het is niet bekend of iedereen die het land verliet werd geregistreerd in deze databases. Omdat Libië een relatief kleine bevolking heeft, zouden middel- en hooggeplaatste ambtenaren onder het [naam 1] en hun familieleden bekend zijn onder de bevolking. Nieuwe connecties of het openlijk afstand nemen van een eerdere associaties met [naam 1] zou geen effect hebben op het risico op vervolging, zoals (onrechtmatige) detentie.”