Verzoek en verweer
Het verzoek van de vrouw, zoals dat na wijziging luidt, strekt tot echtscheiding met nevenvoorzieningen tot:
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de vrouw;
- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over [de minderjarige] , in die zin dat [de minderjarige] eenmaal per twee weken bij de man zal zijn van vrijdag uit school tot maandag naar school;
- verdeling van vakanties op de hierna volgende wijze:
- verdeling van feestdagen en bijzondere dagen op de hiernavolgende wijze, waarbij
geldt dat als de betreffende feest- of bijzondere dag in een vakantie valt, de
vakantieregeling prevaleert:
- bepaling dat [de minderjarige] op de studiedagen die aansluiten op het weekend van de man, bij de man (ver)blijft, en dat [de minderjarige] bij de vrouw (ver)blijft op de studiedagen die doordeweeks zijn en/of aansluiten op het weekend van de vrouw;
- vaststelling van een door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie van
€ 1.406,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, met ingang van de datum van de beschikking;
- voortgezet gebruik van de echtelijke woning met inboedel gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking,
- vaststelling van een door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie van
€ 7.068,- bruto per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, met ingang van de datum van de beschikking;
- vaststelling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap als volgt:
Ten aanzien van de woning
- te bepalen dat de woning aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats 1] met de daarop rustende hypothecaire geldlening bij Obvion Hypotheken met hypotheeknummer [nummer] wordt verkocht aan een derde, door makelaar Van der Meer makelaars en taxateurs;
- te bepalen dat partijen binnen één maand na de inschrijving van de echtscheiding gezamenlijk opdracht geven aan de voornoemde makelaar-taxateur tot verkoop van de woning aan een derde;
- te bepalen dat de makelaar-taxateur partijen bindend adviseert over de vast te stellen vraag- en laatprijs van de woning, tenzij partijen anders overeenkomen;
- te bepalen dat indien partijen het niet eens worden over welk bod te accepteren, de makelaar bindend adviseert;
- te bepalen dat de levering van de woning niet eerder zal plaatsvinden dan na zes maanden na de datum van inschrijving van de echtscheiding;
- te bepalen dat de overwaarde van de woning gelijkelijk tussen partijen wordt gedeeld, waarbij geldt dat de onder- dan wel overwaarde bestaat uit de verkoopopbrengst minus de aan de woning gekoppelde hypothecaire geldlening bij Obvion Hypotheken met nummer [nummer] en minus de (overige) kosten van verkoop en levering. Op het aan de man toekomende aandeel in de overwaarde dient vervolgens in mindering te worden gebracht de door de vrouw ten behoeve van het aandeel van de man betaalde eigenaarslasten van de echtelijke woning van december 2023 tot en met de datum van levering van de woning
aan een derde, alsmede het bedrag van € 2.451,45;
- te bepalen dat partijen elkaar over en weer op het eerste verzoek van de ander hun medewerking verlenen aan de notariële overdracht van de woning.
Ten aanzien van de overige vermogensbestanddelen
- te bepalen dat partijen de inboedel van de echtelijke woning bij helfte in onderling overleg zullen verdelen;
- te bepalen dat partijen meewerken aan een spoedige opheffing van de spaarrekening met nummer [bankrekening 1] op beider naam, waarbij geldt dat het resterende saldo ad € 12.591,11 (volledig) wordt toegedeeld aan de vrouw;
- de bank- en spaarrekeningen op naam van de vrouw met nummer [bankrekening 2] , met nummer [bankrekening 3] en met nummer [bankrekening 4] aan de vrouw toe te delen, waarbij de vrouw gehouden is de helft van de saldi per de peildatum ad € 1.879,92 aan de man te voldoen;
- te bepalen dat de man opgave doet van de bank- en spaarrekeningen op zijn naam, voorzien van onderliggende bewijsstukken waaruit blijkt van de saldi op de peildatum;
- de bank- en spaarrekeningen op naam van de man aan de man toe te delen, waarbij de man gehouden is de helft van de saldi per de peildatum aan de vrouw te voldoen;
- te bepalen dat de man opgave doet van de aandelen op zijn naam, waar dan ook ter wereld, voorzien van onderliggende bewijstukken waaruit blijkt van de waarde;
- te bepalen dat de aandelen op naam van de man worden toegedeeld aan de man, waarbij geldt dat de man de helft van de waarde van de aandelen per de datum van feitelijke verdeling aan de vrouw voldoet;
- te bepalen dat de man inzage dient te geven in de hoogte van de door hem voorgeschoten reiskosten en andere door hem voorgeschoten werk gerelateerde kosten tot aan de peildatum (aldus de vordering op zijn werkgever), alsmede dat de man inzage dient te geven in de vraag of de door hem voorgeschoten kosten reeds door zijn werkgever aan hem zijn terugbetaald;
- te bepalen dat indien en voor zover de door de man voorgeschoten kosten (tot aan de peildatum) nog niet door de werkgever van de man aan de man zijn terugbetaald, de vordering op de werkgever van de man aan de man toe te delen, waarbij geldt dat de man gehouden is de helft van de vordering aan de vrouw te voldoen;
- te bepalen dat indien en voor zover de door de man voorgeschoten kosten (tot aan de peildatum) aan de man zijn terugbetaald, de man gehouden is de helft van het door hem ontvangen bedrag aan de vrouw te voldoen;
- veroordeling van de man tot betaling van een bedrag van € 2.451,45 aan de
- bepaling dat de creditcard van de vrouw bij de Rabobank voor haar
rekening komt, waarbij geldt dat de man gehouden is de helft van deze
schuld op de peildatum aan de vrouw te voldoen;
- bepaling dat de man opgave doet van de creditcards op zijn naam,
voorzien van onderliggende bewijsstukken, waaruit blijkt van de
openstaande schuld(en) op de peildatum;
- bepaling dat de creditcards op naam van de man voor rekening van de
man komen, waarbij geldt dat de vrouw gehouden is de helft van deze
schuld(en) aan de man te voldoen;
- veroordeling van de man tot betaling van de helft van de eigenaarslasten van
de voormalige echtelijke woning aan de vrouw, te rekenen vanaf december
2023 tot aan de datum van levering van de woning aan een derde, thans
een bedrag van € 2.204,19;
- verklaring voor recht dat de vrouw gerechtigd is tot de helft van het door
de man tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen;
- veroordeling van de man om binnen twee maanden na datum beschikking aan
de vrouw een gedateerd schrijven te overhandigen van Optica Publishing
Group en EPIC, op het officiële briefpapier van Optica Publishing Group
en EPIC en voorzien van een handtekening van de daartoe bevoegde
autoriteit binnen Optica Publishing Group en EPIC, met daarin een
berekening van het over de huwelijkse periode te verevenen pensioen, op
straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag dat de man hiermee na
ommekomst van de genoemde termijn in gebreke blijft, met een maximum
van € 25.000,-;
- veroordeling van de man om per de datum waarop hij zijn
pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken, althans per de datum dat het
door de man opgebouwde pensioen voor hem beschikbaar wordt, de helft
van het door de man opgebouwde ouderdomspensioen aan de vrouw uit te
keren,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man voert verweer, dat hierna – voor zover nodig – zal worden besproken. Bovendien heeft de man na wijziging zelfstandig verzocht om:
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de man en te bepalen dat [de minderjarige] op het adres van de vrouw in de BRP ingeschreven zal staan;
- een zorgregeling tussen [de minderjarige] en de vrouw vast te stellen, in die zin dat [de minderjarige] van maandag tot en met vrijdagmiddag bij de vrouw zal verblijven;
- in geval de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de vrouw wordt bepaald, een zorgregeling vast te stellen, in die zin dat [de minderjarige] twee weekenden per maand van zaterdag 10.00 uur tot zondag 19.00 uur en de helft van de vakanties en feestdagen bij de man zal zijn, waarbij de man ieder kwartaal bepaalt gedurende welke weekenden en welke helft van de feestdagen en schoolvakanties hij in het kwartaal daarop voor [de minderjarige] zal zorgen, de man dienovereenkomstig aan de vrouw zal berichten en [de minderjarige] tijdens de schoolvakanties bij de man in Spanje kan verblijven;
- vervangende toestemming aan de man te verlenen om met [de minderjarige] ieder jaar van 22 t/m 29 december naar Spanje te reizen en aldaar te verblijven;
- voor zover wordt bepaald dat de man partneralimentatie aan de vrouw dient te betalen, de duur van de door hem te betalen partneralimentatie te beperken tot uiterlijk zes maanden na de echtscheiding, althans tot een zodanige periode als de rechtbank juist acht;
- vaststelling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap, conform
- de verdeling van de overige bestanddelen die tot de ontbonden
huwelijksgemeenschap behoren vast te stellen conform het formulier verdelen en
verrekenen;
- te bepalen dat de vrouw een bedrag van € 2.429,12 aan de man dient te vergoeden
terzake de lasten van de echtelijke woning in de periode van 14 september 2023 tot
1 januari 2024;
- te bepalen dat de vrouw aan de man met ingang van de datum van inschrijving van
de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand een vergoeding voor het gebruik van de echtelijke woning dient te betalen van primair € 3.500,- per maand, subsidiair € 1.129,24 per maand en meer subsidiair € 971,65 per maand, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Op de zitting heeft de man het verzoek om een zorgregeling met de vrouw vast te stellen ingetrokken. Daarnaast heeft hij zijn verzoek gewijzigd in die zin dat – indien de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de vrouw wordt vastgesteld – de man één maand van te voren de vrouw zal informeren over welke weekenden en welk deel van de vakanties, feestdagen en studiedagen hij voor [de minderjarige] zal zorgen.
De vrouw voert verweer, dat hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.