Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 september 2024 in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [nummer], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
De rechtbank stelt vast dat eiser in de Bijlage vacature voorziening is aangegeven heeft ingevuld dat de vacature niet bij het UWV is gemeld en dat er niet is geworven binnen Nederland of de EU. Ook staat hierin vermeld dat de inspanningen van de beoogde werkgever van eiser niet hebben geleid tot het aannemen van een op de Nederlandse arbeidsmarkt aanwezige kandidaat omdat eiser familie is en de familie allemaal samen wil werken en dicht bij elkaar wil wonen. Verder schrijft de beoogde werkgever in zijn verklaring bij het bezwaarschrift dat hij niet wist dat de vacature bij het UWV gemeld moest worden en dat hij dit alsnog ging doen.
Uit het voorgaande blijkt al voldoende dat twee van de drie dwingende afwijzingsgronden, zoals genoemd onder 7.1, zich voordoen. Eiser heeft ook niet gezegd dat dit niet juist is. Dat de vacature na het besluit van 18 januari 2023 alsnog bij het UWV is gemeld kan eiser niet helpen. Die melding moet namelijk worden gedaan vóórdat de aanvraag om een vergunning wordt ingediend.
De rechtbank is verder van oordeel dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat er op de Nederlandse arbeidsmarkt voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zijn. De minister heeft hiervoor kunnen verwijzen naar de informatie van het UWV. Niet is gebleken dat deze informatie niet klopt. De enkele stelling van eiser dat er geen personeel te vinden zou zijn, is daarom onvoldoende om tot een andere conclusie te leiden. Ook de derde dwingende afwijzingsgrond doet zich dus voor.