ECLI:NL:RBDHA:2024:2323
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak met zaaknummer NL23.40523 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 februari 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die van Algerijnse nationaliteit is, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 27 december 2023 afgewezen, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 26 januari 2024, maar de verzoeker was niet aanwezig, ondanks een bericht van verhindering. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.40522, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in deze zaak verviel.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels als griffier, en is openbaar gemaakt op 13 februari 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.