Uitspraak
beschikking
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
zaaknummer / rekestnummer: C/09/668308 / HA RK 24-389
Beschikking van 19 december 2024
in de zaak van
[verzoekster], te [woonplaats] ,
verzoekster,
gemachtigde [naam] te Amstelveen,
en
STRIPE TECHNOLOGY EUROPE, LIMITED, te Dublin, Ierland,
verweerster,
advocaten mrs. R. van Saane en K. Vonck te Amsterdam.
Partijen worden hierna [verzoekster] en Stripe genoemd.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 20 juni 2024 ontvangen verzoekschrift, met bijlagen 1 tot en met 5;
- het op 21 oktober 2024 ontvangen verweerschrift, met producties 1 tot en met 5;
- de akte overlegging producties van [verzoekster] , met bijlagen 6 tot en met 9.
1.2.
Op 31 oktober 2024 is de zaak besproken tijdens een mondelinge behandeling. Daarbij waren aanwezig:
- de heer [naam] ;
- mr. Van Saane en Vonck voornoemd.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken. Aan het eind van de mondelinge behandeling is meegedeeld dat op uiterlijk 19 december 2024 beschikking zal worden gewezen.
2.De feiten
2.1.
[verzoekster] heeft op 2 december 2022 een bestelling ter waarde van € 95,88 geplaatst bij de webshop nouveauamsterdam.nl (hierna: de webshop). Na betaling is de door [verzoekster] gekochte zaak niet geleverd.
2.2.
Stripe is een financieel infrastructuurplatform en biedt betalingsdiensten aan die het voor bedrijven technisch mogelijk maken om betalingen van klanten te ontvangen.
2.3.
De webshop heeft bij het ontvangen van de betaling van [verzoekster] gebruik gemaakt van de betalingsdiensten van Stripe.
2.4.
Op 25 april 2024 heeft [verzoekster] op grond van artikel 15 lid 1 onder c Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) aan Stripe (als de ontvanger van haar persoonsgegevens tijdens de transactie) verzocht om informatie over webshop. [verzoekster] heeft Stripe verzocht om de concrete bedrijfsidentiteit zoals het handelsregisternummer, de handelsnaam en het vestigingsadres van de webshop.
2.5.
Op 17 mei 2024 heeft Stripe in reactie op het verzoek van [verzoekster] het e-mailadres en de url van de website van de webshop aan [verzoekster] verstrekt.
2.6.
Er heeft nadien telefonisch contact plaatsgevonden tussen [verzoekster] en Stripe. Op 2 september 2024 en op 17 oktober 2024 heeft Stripe per e-mail aan [verzoekster] laten weten geen aanleiding te zien om op grond van der AVG meer gegevens te verstrekken dan zij tot nu toe heeft gedaan.
2.7.
De website van de webshop is al enige tijd offline.
3.Het verzoek
3.1.
[verzoekster] verzoekt – samengevat - dat de rechtbank bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, haar inzageverzoek op grond van artikel 15 AVG alsnog geheel toewijst en Stripe als verwerkingsverantwoordelijke veroordeelt tot het kosteloos verstrekken van de concrete identiteit van de webshop aan wie de persoonsgegevens van [verzoekster] door Stripe zijn verstrekt, op straffe van een dwangsom € 50,- per dag, tot een maximum van € 5000,- en met veroordeling van Stripe in de proceskosten.
3.2.
Daartoe voert [verzoekster] het volgende aan. [verzoekster] wil een rechtsvordering instellen tegen de webshop die wel haar betaling heeft aangenomen maar nooit de gekochte zaak heeft geleverd. Op dit moment beschikt [verzoekster] niet over contactgegevens van de webshop, anders dan een e-mailadres. De website van de webshop is niet langer online. Omdat Stripe als betalingsdienstverlener tijdens de transactie de persoonsgegevens van [verzoekster] aan de webshop heeft verstrekt stelt [verzoekster] zich op het standpunt dat Stripe de gegevens van de webshop op grond van artikel 15 lid 1 onder c AVG aan haar moet verstrekken. Omdat Stripe dit weigert wendt [verzoekster] zich met dit verzoek tot de rechtbank.
3.3.
Stripe voert verweer tegen het verzoek. Stripe beschikt over de verzochte gegevens, waaronder de bedrijfsgegevens en de identiteit van de natuurlijk persoon die eigenaar is van de webshop. Deze gegevens heeft Stripe op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna Wwft) onder zich. Anders dan [verzoekster] stelt kan de AVG geen grondslag vormen om deze gegevens aan [verzoekster] te verstrekken. Volgens Stripe zou [verzoekster] haar verzoek in plaats van op de AVG op artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) moeten baseren. In dat geval zou Stripe zich refereren aan het oordeel van de rechtbank.
4.De beoordeling
De grondslag van het verzoek
4.1.
[verzoekster] wil beschikken over de gegevens van de webshop die de door haar gekochte zaak niet heeft geleverd, zodat zij een rechtsvordering tegen de webshop kan instellen. Omdat Stripe als betalingsdienstverlener die de transactie tussen de webshop en [verzoekster] mogelijk heeft gemaakt over de gegevens van de webshop beschikt, heeft zij haar verzoek tegen Stripe gericht. [verzoekster] baseert haar verzoek op de AVG.
4.2.
Stripe heeft begrip voor de situatie van [verzoekster] en is niet onwillig om de verzochte gegevens aan [verzoekster] te verstrekken, maar Stripe kan zich niet vinden in de door [verzoekster] gekozen wettelijke grondslag voor haar verzoek. Stripe stelt zich kort samengevat op het standpunt dat zij geen verwerkingsverantwoordelijke is in de zin van artikel 15 AVG en dat zij op grond van de AVG niet gehouden is de gegevens aan [verzoekster] te vertrekken. Stripe heeft eerst [verzoekster] en in deze procedure ook de rechtbank gewezen op een rechtsgrond die volgens haar wel het verzoek kan dragen en tot hetzelfde resultaat leidt, namelijk artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Wanneer het verzoek op artikel 843a Rv zou worden gebaseerd en de reikwijdte beperkt tot alleen de noodzakelijke gegevens van de webshop zodat [verzoekster] een rechtsvordering kan instellen, dan refereert Stripe zich aan het oordeel van de rechtbank. [verzoekster] heeft niet bestreden dat artikel 843a Rv ook als rechtsgrond kan dienen om achter de gegevens van de webshop te komen en voert geen redenen aan om zich tegen toepassing van het bepaalde in laatstgenoemd artikel te verzetten.
4.3.
De rechtbank overweegt dat hij op grond van artikel 25 Rv de rechtsgronden mag aanvullen. Naar het oordeel van de rechtbank is daar in deze zaak aanleiding toe. Er zijn geen aanvullende feiten nodig of verweren die besproken moeten worden om het verzoek van [verzoekster] te toetsen aan artikel 843a Rv. Strikt genomen kan een dergelijk verzoekschrift alleen door een advocaat worden ingediend, terwijl [verzoekster] zich laat vertegenwoordigen door een gemachtigde. Omdat er geen aanvullende informatie nodig is en Stripe zich ten aanzien van een verzoek op grond van artikel 843a Rv refereert aan het oordeel van de rechtbank, ziet de rechtbank om redenen van proces efficiency aanleiding het vereiste van tussenkomst door een advocaat buiten toepassing te laten.
De inhoudelijke beoordeling op grond van artikel 843a Rv
4.4.
Om een verzoek op grond van artikel 843a Rv te kunnen toewijzen, moet er sprake zijn van:
een rechtmatig belang bij inzage, afschrift of uittreksel;
bepaalde bescheiden;
bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin verzoekster partij is;
bescheiden die ter beschikking zijn van de wederpartij.
4.5.
De rechtbank constateert dat aan de voormelde voorwaarden voor afgifte is voldaan. [verzoekster] heeft rechtmatig belang bij de gegevens van de webshop die nodig zijn om een rechtsvordering tegen de webshop in te kunnen stellen. De gegevens waar het om gaat zijn: de concrete bedrijfsidentiteit, in het bijzonder het handelsregisternummer, de handelsnaam en het vestigingsadres van de webshop en de volledige naam van de natuurlijk persoon die de eigenaar is van de webshop. De rechtsbetrekking tussen [verzoekster] en de webshop betreft een koopovereenkomst. Stripe beschikt op grond van de Wwft over de verzochte gegevens.
4.6.
Op grond van het voorgaande zal Stripe worden veroordeeld om de informatie over de webshop die [verzoekster] nodig heeft om een rechtsvordering tegen (de eigenaar van) de webshop in te stellen te verstrekken aan [verzoekster] . Daarbij wordt opgemerkt dat Stripe niet gehouden is om kopieën van de stukken van de webshop die zij onder zich heeft te verstrekken, zoals het identiteitsbewijs van de eigenaar, te verstrekken. Gelet op de toezegging van Stripe om te voldoen aan een bevel van de rechtbank ziet de rechtbank geen aanleiding om aan deze veroordeling een dwangsom te verbinden.
Proceskosten
4.7.
Er bestaat in dit geval geen aanleiding tot een proceskostenveroordeling zodat elke partij de eigen proceskosten zal dragen.
5.De beslissing
De rechtbank
5.1.
veroordeelt Stripe tot afgifte aan [verzoekster] van de volgende informatie: het handelsregisternummer, de handelsnaam en het vestigingsadres van de webshop en de volledige naam van de natuurlijk persoon die de eigenaar is van de webshop;
5.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
5.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2024. [1]