ECLI:NL:RBDHA:2024:23071

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
664139
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.F.R. van Heemstra
  • R.W.J. Slits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident tussen Bacardi c.s. en Pesco Supply B.V. inzake merkrechten en forumkeuze

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Den Haag, betreft het een bevoegdheidsincident tussen Bacardi c.s. en Pesco Supply B.V. Bacardi c.s., bestaande uit de rechtspersonen Bacardi and Company Limited en Bacardi Martini Patrón International GmbH, heeft vorderingen ingesteld tegen Pesco, een internationale groothandel in consumentengoederen, met betrekking tot vermeende inbreuken op hun merkrechten. De rechtbank heeft op 4 december 2024 vonnis gewezen in het bevoegdheidsincident, waarin Pesco verzocht om de vorderingen van Bacardi c.s. te verwijzen naar de rechtbank Amsterdam, op basis van een forumkeuze die in eerdere overeenkomsten was vastgelegd. Bacardi c.s. voerde aan dat er een nauwe band bestond tussen de vorderingen, waardoor gelijktijdige behandeling wenselijk was. De rechtbank oordeelde echter dat de forumkeuze gerespecteerd moest worden en dat er geen reden was om van deze keuze af te wijken. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van de vorderingen die betrekking hadden op de niet-nakoming van de onthoudingsverklaring en de verklaring, en verwees deze naar de rechtbank Amsterdam. De beslissing over de kosten van het incident werd aangehouden, evenals verdere beslissingen in de hoofdzaak.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Civiel recht
Zittingsplaats 's-Gravenhage
Zaaknummer: C/09/664139 / HA ZA 24-311
Vonnis in incident van 4 december 2024
in de zaak van
1. de rechtspersoon naar buitenlands recht
BACARDI AND COMPANY LIMITED,
te Meyrin, Zwitserland,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
BACARDI MARTINI PATRÓN INTERNATIONAL GMBH,
te Schaffhausen, Zwitserland,
eiseressen in de hoofdzaak, verweersters in het bevoegdheidsincident,
hierna samen te noemen: Bacardi c.s. en afzonderlijk Bacardi and Company en Bacardi Martini Patrón,
advocaat: mr. N.W. Mulder te Amsterdam,
tegen
PESCO SUPPLY B.V.,
te Utrecht,
gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het bevoegdheidsincident,
hierna te noemen: Pesco,
advocaat: mr. H.G.M. Berendschot te Rotterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 maart 2024;
- de akte overlegging producties EP01 tot en met EP13;
- de incidentele conclusie houdende vordering tot zekerheidsstelling proceskosten ex art. 224 Rv [1] zijdens Pesco, die zij op 19 juni 2024 heeft ingetrokken;
- de conclusie van antwoord tevens houdende een exceptie van onbevoegdheid jegens Bacardi and Company met GP01 tot en met GP10;
- de conclusie van antwoord in het onbevoegdheidsincident.
1.2.
Ten slotte is vonnis in het bevoegdheidsincident bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bacardi c.s. houdt zich bezig met productie, verkoop en wereldwijde marketing van (alcoholhoudende) dranken.
2.2.
Bacardi and Company is houdster van onder meer het op 4 november 1996 onder nummer 000363374 ingeschreven Uniewoordmerk GREY GOOSE voor klasse 33 (hierna: het Grey Goose Merk).
2.3.
Bacardi Martini Patrón is houdster van onder meer het op 10 juli 2000 onder nummer 001747666 ingeschreven Uniewoordmerk PATRÓN voor klasse 33 (hierna: het Patrón Merk).
2.4.
De merken onder 2.2 en 2.3 worden samen aangeduid als de Bacardi Merken.
2.5.
Pesco is een internationale groothandel in consumentengoederen en verhandelt onder meer gedistilleerde dranken.
2.6.
In 2014 heeft Pesco in het kader van een inbreuk op de merkrechten van Bacardi c.s. een onthoudingsverklaring getekend (hierna: de Onthoudingsverklaring 2014).
2.7.
In 2015 constateerde Bacardi c.s. twee inbreukmakende transacties van Pesco ten aanzien van flessen voorzien van het Grey Goose Merk, waarna de partijen op 4 september 2015 een nieuwe schikkingsovereenkomst sloten (hierna: de Verklaring 2015) met onder meer een nieuwe opgaveverplichting van alle inbreukmakende transacties die Pesco had verricht vanaf 1 januari 2008.
2.8.
In 2021 constateerde Bacardi c.s. een (vermeende) inbreuk op de Grey Goose Merken door Pesco in 2020, waardoor Pesco mogelijk in strijd handelt met de Onthoudingsverklaring 2014.
2.9.
Ook constateerde Bacardi c.s. in 2021 een (vermeende) inbreuk op het Patrón Merk door Pesco in 2014, door invoer en verhandeling van (mogelijk) gedecodeerde flessen. Dit zou een nieuwe inbreuk betreffen, buiten de reikwijdte van de eerdere onthoudingsverklaringen.

3.Het geschil in de hoofdzaak

3.1.
Samengevat weergegeven vordert Bacardi c.s. in de hoofdzaak dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor recht verklaart dat Pesco de Onthoudingsverklaring 2014 heeft overtreden en dientengevolge een direct opeisbare boete heeft verbeurd ter hoogte van € 3.600.000,-;
II. voor recht verklaart dat Pesco de opgaveverplichting uit de Verklaring 2015 heeft geschonden en dientengevolge een direct opeisbare boete heeft verbeurd ter hoogte van € 30.000,-;
III. voor recht verklaart dat Pesco aansprakelijk is voor alle schade die Bacardi c.s. heeft geleden ten gevolge van de inbreuk op de Bacardi Merken en elke andere inbreuk welke volgt uit het op te leggen opgavebevel;
IV. Pesco gebiedt te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de Bacardi Merken op straffe van een direct opeisbare boete van € 5.000,- per inbreuk (waarbij elke fles wordt gezien als één inbreuk), tot een maximumhoogte van € 2.500.000,-;
V. Pesco veroordeelt tot het betalen van de direct opeisbare boete van € 3.600.000,- wegens overtreding van de Onthoudingsverklaring 2014;
VI. Pesco veroordeelt tot het betalen van de direct opeisbare boete van € 30.000,- wegens het schenden van de opgaveverplichting uit de Verklaring 2015;
VII. voor zover het gevorderde onder V en/of VI wordt afgewezen, Pesco veroordeelt tot het betalen van een door de rechtbank te bepalen bedrag;
VIII. Pesco veroordeelt tot het betalen van alle schade die Bacardi c.s. heeft geleden ten gevolge van het inbreukmakend handelen van Pesco als volgend uit het op te leggen opgavebevel, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van inbreuk, een en ander nader op te maken bij staat;
IX. Pesco veroordeelt om de advocaten van Bacardi c.s. voor rekening van Pesco te voorzien van een gedetailleerde opgave van haar handelingen met inbreukmakende Bacardi producten, waaronder maar niet beperkt tot het inkopen, verkopen en het in voorraad houden daarvan, vanaf 27 februari 2020 voor flessen voorzien van het Grey Goose Merk en vanaf 24 maart 2014 voor het Patrón Merk, beide tot aan de dag van opgave, vergezeld met kopieën van alle relevante bescheiden (zoals facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, voorraadadministratie, douanestukken, correspondentie of andere bewijsstukken) – waaruit blijkt:
a. de volledige contactgegevens van de producent(en) en/of leverancier(s) van de betreffende inbreukmakende Bacardi producten;
b. het totaal aantal ingekochte inbreukmakende Bacardi producten onder vermelding van inkoopprijzen en leverdata, zulks gerangschikt per type/soort product en per leverancier, onder overlegging van kopieën van de daarop betrekking hebbende bestelformulieren, orderbevestigingen, facturen en correspondentie;
c. de volledige contactgegevens van alle afnemers, niet zijnde consumenten, van de inbreukmakende Bacardi producten;
d. het totaal aantal verkochte inbreukmakende Bacardi producten onder vermelding van verkoopprijzen, zulks gerangschikt per type/soort product, onder overlegging van kopieën van de daarop betrekking hebbende facturen en correspondentie;
e. de totale nettowinst die Pesco heeft gemaakt in verband met het aanbieden en verkopen van inbreukmakende Bacardi producten onder aftrek van uitsluitend belastingen en directe variabele kosten, en de exacte wijze waarop deze winst is berekend;
één en ander op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag, een gedeelte van de dag daaronder begrepen, dat aan deze veroordeling in het geheel of gedeeltelijk geen gevolg is gegeven, met een maximum bedrag aan te verbeuren dwangsommen van € 500.000,-;
X. Pesco veroordeelt in de volledige door Bacardi c.s. gemaakte kosten van dit geding inclusief advocaatkosten ex artikel 1019h Rv, dan wel een ander door de rechtbank te bepalen bedrag ter vergoeding van de redelijke en evenredige gerechtskosten die Bacardi c.s. heeft gemaakt, als bedoeld in artikel 1019h Rv.
3.2.
Pesco voert verweer strekkende tot afwijzing van de vorderingen van Bacardi c.s. met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Bacardi c.s. in de kosten van deze procedure op grond van artikel 1019h Rv.

4.Het geschil in het bevoegdheidsincident

4.1.
Pesco vordert in het incident dat de rechtbank Den Haag de procedure inzake de vorderingen I, II, V, VI en VII van Bacardi c.s. – en de overige vorderingen voor zover deze betrekking hebben op de niet-nakoming van de Onthoudingsverklaring 2014 en de Verklaring 2015 (hierna samen: de Verklaringen) – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis verwijst naar de rechtbank Amsterdam, met veroordeling van Bacardi c.s. in de kosten van het incident op grond van artikel 1019h Rv.
4.2.
Pesco legt aan haar incidentele vordering ten grondslag dat de betreffende vorderingen van Bacardi c.s. zijn gegrond op het in strijd handelen met contractuele verplichtingen uit de Verklaringen, waarin partijen in beide gevallen in artikel 6 een forumkeuze voor de rechtbank Amsterdam zijn overeengekomen.
4.3.
Bacardi c.s. voert verweer strekkende tot afwijzing van de incidentele vordering met veroordeling van Pesco in de proceskosten op grond van artikel 1019h Rv.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling in het bevoegdheidsincident

Partijen zijn een forumkeuze overeengekomen voor de rechtbank Amsterdam
5.1.
Voor zover de vorderingen van Bacardi c.s. zijn gegrond op de Verklaringen stelt Pesco dat sprake is van een forumkeuzebeding op grond waarvan uitsluitend de rechtbank Amsterdam bevoegd is om van die vorderingen kennis te nemen.
5.2.
Pesco verwijst hierbij naar artikel 6 van de Onthoudingsverklaring 2014:

Op deze onthoudingsverklaring is Nederlands recht van toepassing. Alle eventueel uit deze onthoudingsverklaring voortvloeiende geschillen zullen bij uitsluiting worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam.”
en naar artikel 6 van de Verklaring 2015:

Op deze verklaring is Nederlands recht van toepassing. Alle eventueel uit deze verklaring voortvloeiende geschillen zullen bij uitsluiting worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam.
5.3.
Hieruit volgt dat partijen bij overeenkomst de rechtbank Amsterdam bij uitsluiting hebben aangewezen voor kennisneming van geschillen die ontstaan naar aanleiding van de Verklaringen. Volgens artikel 108 Rv is de rechtbank Amsterdam daarom – in beginsel – op basis van deze overeenkomst bij uitsluiting bevoegd om van die betreffende vorderingen kennis te nemen.
De rechtbank ziet geen reden om van de forumkeuze af te wijken
5.4.
Bacardi c.s. stelt dat tussen de elementen uit onderhavige zaak een nauwe band bestaat. Volgens Bacardi c.s. dienen deze elementen gelijktijdig te worden behandeld omwille van proceseconomie en om onverenigbare beslissingen te voorkomen.
5.5.
Meer specifiek stelt Bacardi c.s. ten aanzien van de mogelijke schending van de Onthoudingsverklaring 2014, dat eerst moet worden vastgesteld of Pesco inbreuk heeft gemaakt op de Bacardi Merken, voordat de rechtbank kan vaststellen of Pesco de Onthoudingsverklaring 2014 heeft geschonden.
5.6.
Ten aanzien van de mogelijke overtreding van de opgaveverplichting in de Verklaring 2015 stelt Bacardi c.s. dat de feitelijke context voor de beslissing hieromtrent zodanig verbonden is met de rest van de zaak dat hierdoor omwille van de proceseconomie een gezamenlijke behandeling wenselijk is
5.7.
De rechtbank stelt voorop dat partijen samen bewust een forumkeuze zijn overeengekomen en dat zowel Pesco als Bacardi c.s. ten tijde van het aangaan van de Verklaringen hebben gewild dat alle daaruit voortvloeiende geschillen uitsluitend aan de rechtbank Amsterdam zouden worden voorgelegd.
5.8.
Er is weliswaar sprake van een band tussen de vorderingen in deze zaak, maar er is geen sprake van een zodanige samenhang dat het splitsen van de procedure onwenselijk is. Daarbij ziet de rechtbank bij een gedeeltelijke verwijzing naar de rechtbank Amsterdam conform het forumkeuzebeding geen risico op onverenigbare beslissingen. De rechtbank Den Haag oordeelt in de hoofdzaak immers over een afzonderlijke (vermeende) inbreuk die losstaat van het al dan niet in strijd handelen met de Verklaringen. De rechtbank ziet daarom geen reden om van de forumkeuze af te wijken.
5.9.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal de rechtbank de incidentele vordering van Pesco toewijzen en deze procedure inzake de vorderingen die betrekking hebben op de niet-nakoming van de Verklaringen verwijzen naar de rechtbank Amsterdam.
5.10.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
5.11.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van de vorderingen I, II, V, VI en VII van Bacardi c.s. en verwijst de zaak voor dit gedeelte – in de stand waarin deze zich bevindt – naar de rechtbank Amsterdam;
6.2.
houdt de beslissing omtrent de kosten van het bevoegdheidsincident aan.
in de hoofdzaak
6.3.
verwijst de zaak naar de rol van 8 januari 2025 voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden februari tot en met april 2025;
6.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.R. van Heemstra, bijgestaan door mr. R.W.J. Slits, griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2024.

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.