5.1.Bij de beoordeling van aanvragen waarbij een beroep wordt gedaan op het arrest Chavez-Vilchez, maakt verweerder gebruik van het beleid dat is neergelegd in paragraaf B10/2.2 van de Vc. Volgens deze paragraaf, voor zover hier van belang, heeft een vreemdeling rechtmatig verblijf op grond van artikel 8 onder e, van de Vw als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. (…)
b. (…)
c. de vreemdeling verricht al dan niet gezamenlijk met de andere ouder daadwerkelijke zorgtaken ten behoeve van het minderjarige kind; en
d. tussen de vreemdeling en het kind bestaat een zodanige afhankelijkheidsverhouding dat het kind gedwongen zou zijn het grondgebied van de Unie te verlaten als aan de vreemdeling een verblijfsrecht wordt geweigerd.
Ad c.
De IND verstaat onder zorgtaken ook opvoedingstaken.
De IND merkt zorg- en/of opvoedingstaken met een marginaal karakter niet aan als daadwerkelijke zorgtaken ten behoeve van het minderjarige kind, tenzij het marginale karakter van de zorg- en/of opvoedingstaken de vreemdeling niet is aan te rekenen. Dit wordt de vreemdeling niet aangerekend als hij/zij kan aantonen dat de andere ouder de omgang met het kind frustreert.
Ad d.
Bij de beoordeling of sprake is van een zodanig afhankelijkheidsverhouding dat het kind gedwongen zou zijn het grondgebied van de Unie te verlaten als aan de vreemdeling een verblijfsrecht wordt geweigerd, betrekt de IND, in het hogere belang van het kind, alle relevante omstandigheden, meer in het bijzonder:
- de leeftijd van het kind;
- zijn lichamelijke en emotionele ontwikkeling; en
- de mate van zijn affectieve relatie zowel met de Nederlandse ouder als met de vreemdeling, evenals het risico dat voor het evenwicht van het kind zou ontstaan als het van deze laatste zou worden gescheiden.
Verricht eiser daadwerkelijke zorgtaken?
6. Eiser voert aan dat hij met de door hem ingediende bewijsstukken aannemelijk heeft gemaakt dat hij meer dan marginale zorg- en opvoedingstaken voor zijn zoontje verricht en voor de periode dat er geen contact was met zijn zoon, het door de moeder van zijn zoon kwam.
Eiser heeft bij zijn aanvraag de volgende stukken overgelegd:
- brief van het verloskundigenpraktijk [naam] ;
- verklaring van het Ouder- en Kind Team Amsterdam;
- brief van de ex-partner;
- brief van de broer van de ex-partner;
- brief van de oma van de zoon van eiser;
- foto’s en aankoopbonnen van producten die eiser heeft gekocht voor zijn zoon.
Nadien heeft eiser bij brief van 23 sept 2022 nog overgelegd:
- brief van de ex-partner met beschrijving van de omgangsregeling (twee dagdelen
per week) en de financiële regeling die zij met eiser heeft getroffen ten behoeve van hun zoon;
- bericht van de voorschool van eisers zoon;
- foto’s van eiser en zijn zoon.
In bezwaar heeft eiser overgelegd:
- verklaring van de ex-partner van eiser;
- foto’s van eiser samen met zijn zoon;
- foto’s van pakketten spullen die eiser heeft gekocht voor zijn zoon;
- brieven van vrienden van eiser die zijn band met zijn zoon bevestigen;
- bankafschriften van geldtransacties van eisers rekening naar die van de moeder ten behoeve van de zoon.
Voorafgaand aan de hoorzitting heeft eiser op 27 oktober 2023 nog overgelegd:
- brieven van eisers vrienden waarin de band tussen eiser en zijn zoon wordt beschreven;
- overzicht van de afspraken en begeleiding van eisers zoon naar [bedrijf] ;
- geldtransfers van de rekening van eiser naar de rekening van de ex-partner ten behoeve van eisers zoon;
- recente foto’s van eiser met zijn zoon.
In beroep heeft eiser overgelegd:
- verklaring van eisers gemachtigde dat eiser sinds de dag na de hoorzitting op 31 oktober 2023 weer contact met zijn zoon heeft en hem sindsdien ongeveer twee keer per week heeft gezien. Eiser en zijn ex-partner hebben de omgangsregeling die zij het afgelopen half jaar hebben uitgevoerd op 19 april 2024 vastgelegd in een ouderschapsplan bij hun mediator en dit ouderschapsplan in geding gebracht.
- ruim 200 pagina’s WhatsApp geschiedenis en 100 gedateerde foto’s van vader en zoon.