ECLI:NL:RBDHA:2024:23018

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 december 2024
Publicatiedatum
7 februari 2025
Zaaknummer
NL24.28393
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die een V-nummer heeft. Dit verzoek is ingediend in het kader van een beroep tegen het bestreden besluit van de Minister van Asiel en Migratie, dat op 15 juli 2024 is genomen. In dat besluit heeft de minister het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard en de aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen. De voorzieningenrechter heeft op 10 december 2024 de zaak behandeld, maar verzoekster en haar gemachtigde hebben zich de dag voor de zitting afgemeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, onder zaaknummer NL24.28392, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, in aanwezigheid van griffier mr. E. Kersten, en is op 16 december 2024 openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.28393
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster
(gemachtigde: mr. C.T.W. van Dijk),
en

de Minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. P.M.W. Jans).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster. Zij heeft dit verzoek gedaan hangende het beroep tegen het bestreden besluit van 15 juli 2024. Daarin heeft de minister het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard en is hij bij de afwijzing van haar aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd gebleven.
1.1.
De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
Verzoekster is wegens betalingsonmacht vrijgesteld van de verplichting om griffierecht te betalen.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van de minister. Verzoekster en haar gemachtigde hebben zich de dag voorafgaand aan de zitting om 16.59 uur afgemeld.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.28392, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
16 december 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.