ECLI:NL:RBDHA:2024:22986

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
5 februari 2025
Zaaknummer
NL24.48185
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Kroatië

In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.H. Hekman, en de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. A. Hadfy-Kovâcs, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 december 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de minister niet in behandeling genomen. De minister stelde dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, wat leidde tot het indienen van beroep door de verzoeker. Tevens verzocht de verzoeker om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 17 december 2024, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.48184, behandeld. In die zaak heeft de rechtbank het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, in aanwezigheid van griffier Z.P. de Wilde, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.48185
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker, V-nummer: [V nummer] ,

(gemachtigde: mr. A.H. Hekman), en
de Minister van Asiel en Migratie, de minister, (gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovâcs).

Procesverloop

Bij besluit van 29 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.48184, op
17 december 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Tevens is een tolk verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.48184, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep en heeft het beroep ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
Z.P. de Wilde, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
24 december 2024

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.