In deze zaak heeft eiser op 31 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag op 5 oktober 2023 is afgewezen. De rechtbank heeft op 30 januari 2024 verzocht om het rapport van nader gehoor van de ex-echtgenote van eiser aan het dossier toe te voegen. Verweerder heeft dit rapport op 1 februari 2024, samen met correcties en aanvullingen, per beveiligde e-mail aan de rechtbank gestuurd, met het verzoek om alleen de rechtbank kennis te laten nemen van deze stukken. De rechtbank heeft het verzoek van verweerder voor beoordeling verwezen naar de geheimhoudingskamer.
De bestuursrechter kan partijen vragen om schriftelijke inlichtingen of stukken over te leggen, maar kan ook bepalen dat alleen de rechtbank bepaalde inlichtingen of stukken te zien krijgt, mits er een voldoende belangrijke reden is. De geheimhoudingskamer beoordeelt of deze beperking gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit mede is gebaseerd op het rapport van de ex-echtgenote van eiser en heeft dit stuk opgevraagd. Verweerder heeft het verzoek van de rechtbank zo opgevat dat het ook betrekking heeft op de correcties en aanvullingen op het rapport.
Verweerder heeft in zijn brief aan de rechtbank gewezen op het vertrouwelijke karakter van het nader gehoor van de ex-partner van eiser. Eiser stelt dat hij het volledige relaas van zijn ex-echtgenote moet kunnen inzien om zich te verweren tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De rechtbank oordeelt dat beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is, omdat het rapport voornamelijk informatie over de ex-echtgenote bevat en niet gebruikt is bij de beoordeling van de asielaanvraag. Eiser heeft echter recht op de passages die betrekking hebben op zijn vertrek uit Eritrea, maar omdat deze niet scherp te scheiden zijn van de overige informatie, is besloten dat alleen de rechtbank van het rapport kennisneemt. De rechtbank wijst de zaak terug naar de enkelvoudige kamer voor verdere behandeling.