Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
22 januari 2024. Hiervan zijn aantekeningen gemaakt. Tijdens deze behandeling zijn via videobellen gehoord:
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 februari 2024 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die in 1984 met elkaar zijn getrouwd. De vrouw heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken en om beslissingen te nemen over de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap en de partneralimentatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, wat de basis vormt voor de echtscheiding. De man en de vrouw hebben overeenstemming bereikt over de partneralimentatie, waarbij de man een bedrag van € 801,- bruto per maand aan de vrouw zal betalen, ingaande op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking.
Daarnaast is er overeenstemming bereikt over de verdeling van de woning, die aan de man wordt toegedeeld tegen een waarde van € 395.000,-. De man is verplicht om de helft van de overwaarde aan de vrouw te vergoeden. De rechtbank heeft ook voorwaarden gesteld aan de toedeling van de woning, waaronder de verplichting voor de man om binnen drie maanden na inschrijving van de echtscheiding de financiering te regelen. Indien deze voorwaarde niet wordt vervuld, zal de woning verkocht moeten worden.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de proceskosten door beide partijen zelf gedragen moeten worden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de beslissing over de echtscheiding zelf, die pas geldt na inschrijving. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof in Den Haag binnen drie maanden na de uitspraak.