ECLI:NL:RBDHA:2024:2293

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 februari 2024
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
SGR 23/3199
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening kinderopvangtoeslag en vereisten voor het volgen van een cursus volgens de Wko

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de herziening van de kinderopvangtoeslag over het jaar 2022. Eiseres ontving een voorschot van € 42.319, gebaseerd op de veronderstelling dat zij en haar toeslagpartner een opleiding volgden. Echter, het primaire besluit van 28 september 2022 stelde het voorschot op € 0, omdat niet voldaan werd aan de voorwaarden van artikel 1.6 van de Wet kinderopvang (Wko). De toeslagpartner van eiseres stond op de wachtlijst voor een inburgeringscursus, maar had deze nog niet gestart, wat niet voldeed aan de vereiste om de cursus daadwerkelijk te volgen.

Eiseres betoogde dat zij recht had op de toeslag, omdat haar partner door sociaal-medische omstandigheden niet in staat was om voor de kinderen te zorgen. De rechtbank oordeelde echter dat de voorwaarden voor het recht op kinderopvangtoeslag strikt zijn en dat een inschrijving op een wachtlijst niet gelijkgesteld kan worden aan het daadwerkelijk volgen van een cursus. De rechtbank benadrukte dat de wet dwingend recht is en dat de situatie van eiseres niet voldeed aan de vereisten van de Wko.

De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht de kinderopvangtoeslag had herzien en dat er geen recht op toeslag bestond. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. D. Biever, in aanwezigheid van mr. C.M. van den Berg, griffier, op 15 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/3199

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 februari 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.P. de Witte),
en

Dienst Toeslagen, voorheen Belastingdienst/Toeslagen, verweerder

(gemachtigden: mr [naam 1] en mr. [naam 2] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de herziening van de kinderopvangtoeslag over het jaar 2022.
1.1
Verweerder heeft met het besluit van 28 september 2022 (het primaire besluit) het voorschot kinderopvangtoeslag van eiseres voor het jaar 2022 vastgesteld op € 0. Met het bestreden besluit van 16 januari 2023 (het bestreden besluit) zijn de bezwaren van eiseres afgewezen.
1.2.
De zitting was op 18 januari 2024 middels een videoverbinding. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres en haar toeslagpartner hebben op 23 juni 2022 voor het jaar 2022 een voorschot kinderopvangtoeslag ontvangen van € 42.319, waarbij is uitgegaan van bij de aanvraag aangegeven situatie dat eiseres en haar toeslagpartner een opleiding volgen.
3. Bij het primaire besluit, zoals gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft verweerder de kinderopvangtoeslag herzien. De reden hiervoor is dat niet aan de voorwaarden voor het recht op kinderopvangtoeslag van artikel 1.6, derde lid, van de Wet kinderopvang (hierna: Wko) wordt voldaan. De toeslagpartner van eiseres staat op de wachtlijst voor een inburgeringscursus, maar is nog niet begonnen met deze cursus, zodat geen sprake is van één van de situaties zoals opgenomen in het hiervoor genoemde artikel.
Wat vindt eiseres in beroep?
4. Eiseres stelt dat zij wel recht heeft op kinderopvangtoeslag. Zij volgt een opleiding en haar partner is gelet op zijn sociaal-medische omstandigheden niet in staat om zelf op de kinderen te passen. Haar partner stond wel ingeschreven maar wachtte nog op een oproep om een taalcursus te volgen. Voor zover al geen recht op kinderopvangtoeslag bestond, had verweerder dit direct aan eiseres moeten melden en niet pas na vier maanden. Hierdoor is een enorme terugvordering ontstaan. Het voorschot kinderopvangtoeslag over die maanden dient dan ook definitief aan eiseres toegekend te worden.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de kinderopvangtoeslag terecht heeft herzien en op nihil heeft gesteld. Uit de wet volgt dat alleen recht op kinderopvangtoeslag met een toeslagpartner bestaat wanneer deze toeslagpartner in Nederland werkt, studeert, deelneemt aan een re-integratietraject of een verplichte inburgeringscursus volgt. Aan deze voorwaarden is niet voldaan. Het feit dat de toeslagpartner van eiseres wel ingeschreven stond op een wachtlijst voor een inburgeringscursus, is niet voldoende. Artikel 1.6 van Wko vereist immers dat de cursus wordt “gevolgd”. Een enkele aanmelding is hiervoor niet voldoende. Het betoog van eiseres dat een aanmelding voor een cursus moet worden gelijkgesteld met de situatie dat de cursus wordt gevolgd, slaagt niet. Het achterliggende idee is dat zolang niet daadwerkelijk aan een opleidingstraject wordt deelgenomen, de ouder zelf voor de kinderen kan zorgen en er in beginsel geen gebruik van kinderopvang gemaakt hoeft te worden.
6. De bepaling waar het hier om gaat is van dwingend recht. Dat betekent dat als de situatie van eiseres en haar toeslagpartner afwijkt van het bepaalde in dit artikel van de Wko, verweerder moet besluiten dat er geen recht op kinderopvangtoeslag is. De gestelde omstandigheid dat de toeslagpartner van eiseres vanwege zijn sociaal-medische problemen niet op de kinderen kon passen, kan daarom niet maken dat verweerder toch anders moet beslissen. Dit geldt temeer nu voor die situatie andere (gemeentelijke) voorzieningen bestaan om de betaling van kinderopvang mogelijk te maken. Ook de rechtbank moet zich houden aan deze dwingendrechtelijke bepaling. Er bestaat daarom geen recht op kinderopvangtoeslag.
7. De rechtbank stelt verder vast dat verweerder eiseres meermaals om bewijsstukken heeft verzocht en eiseres op 27 juli 2022 telefonisch heeft medegedeeld dat de kinderopvangtoeslag zal worden gestopt als de stukken niet worden aangeleverd. Verweerder heeft tot 10 september 2022 geen stukken van eiseres ontvangen. Na ontvangst van de stukken van eiseres heeft verweerder binnen 10 dagen, op 20 september 2023, telefonisch contact opgenomen met eiseres en op 28 september 2023 het voorschot kinderopvangtoeslag herzien. Hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verweerder zich voldoende heeft ingespannen om de vordering zo min mogelijk te laten oplopen.
8. Verweerder heeft ter zitting nog toegelicht dat uit navraag is gebleken dat eiseres niet over betalingscapaciteit beschikt. Verweerder heeft erop gewezen dat eiseres een verzoek om een betalingsregeling kan indienen bij het Landelijk Incasso Centrum. Mocht vervolgens gedurende een periode van drie jaar blijken dat zij over onvoldoende betalingscapaciteit blijft beschikken, dan kan worden besloten om af te zien van verdere invorderingsmaatregelen.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Biever, rechter, in aanwezigheid van mr. C.M. van den Berg, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 februari 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.