ECLI:NL:RBDHA:2024:2293
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening kinderopvangtoeslag en vereisten voor het volgen van een cursus volgens de Wko
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de herziening van de kinderopvangtoeslag over het jaar 2022. Eiseres ontving een voorschot van € 42.319, gebaseerd op de veronderstelling dat zij en haar toeslagpartner een opleiding volgden. Echter, het primaire besluit van 28 september 2022 stelde het voorschot op € 0, omdat niet voldaan werd aan de voorwaarden van artikel 1.6 van de Wet kinderopvang (Wko). De toeslagpartner van eiseres stond op de wachtlijst voor een inburgeringscursus, maar had deze nog niet gestart, wat niet voldeed aan de vereiste om de cursus daadwerkelijk te volgen.
Eiseres betoogde dat zij recht had op de toeslag, omdat haar partner door sociaal-medische omstandigheden niet in staat was om voor de kinderen te zorgen. De rechtbank oordeelde echter dat de voorwaarden voor het recht op kinderopvangtoeslag strikt zijn en dat een inschrijving op een wachtlijst niet gelijkgesteld kan worden aan het daadwerkelijk volgen van een cursus. De rechtbank benadrukte dat de wet dwingend recht is en dat de situatie van eiseres niet voldeed aan de vereisten van de Wko.
De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht de kinderopvangtoeslag had herzien en dat er geen recht op toeslag bestond. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. D. Biever, in aanwezigheid van mr. C.M. van den Berg, griffier, op 15 februari 2024.