ECLI:NL:RBDHA:2024:22903
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M.M. Kuipers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoekster die in het bezit is van een V-nummer en die zich heeft gewend tot de voorzieningenrechter na een besluit van de Minister van Asiel en Migratie, dat op 17 juli 2024 is genomen. Dit besluit hield in dat de overdrachtstermijn van de verzoekster werd verlengd, omdat zij onderdook, in overeenstemming met artikel 29 lid 2 van de Dublinverordening. De verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 5 november 2024, waar zowel de verzoekster als de minister vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden, is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL24.29221) die verband houdt met het beroep van de verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Kuipers, voorzieningenrechter, en is bekendgemaakt op 20 november 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.