ECLI:NL:RBDHA:2024:22888
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen informatieve brief over FSV-registratie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Financiën van 24 november 2023 beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een brief van 12 september 2023, waarin werd medegedeeld dat hij was opgenomen in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) en dat deze registratie geen invloed had op zijn aangiftes en aanvragen. De minister verklaarde het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk, omdat de brief van 12 september 2023 volgens hem geen besluit was.
De rechtbank behandelt de vraag of zij bevoegd is om het beroep te beoordelen. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit, dat van 24 november 2023, wel degelijk een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), ongeacht de ontvankelijkheid van het bezwaar. De rechtbank is van mening dat de brief van 12 september 2023 niet kan worden aangemerkt als een besluit, omdat deze enkel informatieve aard heeft en niet gericht is op een publiekrechtelijk rechtsgevolg. De rechtbank concludeert dat de minister het bezwaar op goede gronden niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en blijft het bestreden besluit in stand. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. Deze uitspraak biedt inzicht in de kwalificatie van bestuursrechtelijke besluiten en de reikwijdte van de bevoegdheid van de rechtbank in dergelijke zaken.