5.3.De minister wijst het verzoek om heroverweging af. Volgens de minister is er geen sprake van nieuw of gewijzigd beleid en is werkinstructie (WI) 2022/3 gebaseerd op de vaste gedragslijn zoals die sinds het informatiebericht van de minister van 9 november 2012 is gevolgd. Volgens de minister lag het in de rede dat eiser zijn standpunt dat de gedragslijn onjuist zou zijn toegepast al tijdens zijn eerste of tweede procedure kenbaar had gemaakt.
Geloofwaardigheid van de geloofsverdieping
Procedure overstijgende integrale geloofswaardigheidsbeoordeling
6. Eiser wijst op de Afdelingsuitspraak van 28 september 20226 en stelt zich op het standpunt dat de minister geen procedure-overstijgende integrale geloofwaardigheidsbeoordeling heeft gemaakt. Volgens eiser komt het standpunt van de minister er slechts op neer dat zijn nieuwe verklaringen geen of onvoldoende blijk geven van geloofsgroei en daarom niet kunnen afdoen aan het eerdere geloofwaardigheidsoordeel van de bekering.
7. Volgens WI 2014/10 maakt de minister een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling, waarbij alle gegevens uit het dossier in onderlinge samenhang worden beoordeeld. Deze beoordeling maakt de minister volgens WI 2022/3, paragraaf 3.3, niet alleen binnen de kaders van één procedure, maar procedure-overstijgend. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 28 september 2022 geoordeeld dat dit in zaken over geloofsgroei betekent dat de minister de als nieuw aangedragen elementen en bevindingen moet beoordelen in samenhang met wat de vreemdeling in de voorgaande procedure over de gestelde bekering heeft aangevoerd. De minister moet dit niet alleen doen als er in de voorgaande procedure sprake was van een ‘onvoltooide bekering’ maar ook als hij destijds in het geheel niet geloofwaardig vond dat de vreemdeling was bekeerd. Gegevens over geloofsgroei kunnen namelijk een ander licht werpen op wat de vreemdeling eerder heeft verklaard.7 De Afdeling heeft daarmee geoordeeld dat een bekering in het algemeen niet kan worden opgedeeld in strikt van elkaar gescheiden tijdvakken.8
8. De rechtbank is van oordeel dat de minister in deze zaak de nieuwe elementen en bevindingen niet heeft beoordeeld in samenhang met alle gegevens van de voorgaande procedures. Zo lijkt de minister in het voornemen en in het bestreden besluit uit te gaan van de oude tijdvakbenadering door eisers verklaringen in de huidige procedure af te zetten tegen eisers verklaringen in de voorgaande procedures. De minister heeft over meerdere verklaringen van eiser het standpunt ingenomen dat die niet wezenlijk verschillen van de verklaringen die eiser tijdens zijn tweede asielprocedure heeft gegeven.9 Met dit standpunt zet de minister eisers nieuwe verklaringen af tegen de verklaringen die eiser in een eerdere asielprocedure heeft gegeven, terwijl uit WI 2022/3 en de Afdelingsuitspraak van 28
september 2022 juist blijkt dat een vreemdeling met zijn nieuwe verklaringen kan voortborduren op verklaringen uit zijn voorgaande procedures en dat die nieuwe verklaringen in samenhang met de verklaringen uit de voorgaande procedures moeten worden bezien. De minister moet immers beoordelen of er ‘geloofsgroei of geloofsverdieping’ heeft plaatsgevonden en niet of er ‘nieuwe feiten en omstandigheden’ zijn. De rechtbank is daarom van oordeel dat sprake is van een zorgvuldigheidsgebrek in de besluitvorming.
Persoonlijke wijze van verklaren
9. Eiser stelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat hij niet op persoonlijke wijze heeft verklaard over de geloofsverdieping. Eiser stelt dat hij uitgebreid en op persoonlijke wijze heeft verteld hoe hij zijn geloof heeft hervonden en wijst ook op de gebeurtenis met de fietser als een voorbeeld van een positief effect van de bekering zoals dit in zijn dagelijkse leven tot uiting komt. Eiser wijst verder op het overgelegde rapport van Stichting Gave. Stichting Gave overweegt dat eiser zeer gedetailleerd en uitgebreid over zijn ervaringen in de kerk verklaart en hoe hij tot geloofsgroei kwam. Eiser verklaart expliciet en concreet in woorden hoe hij God sterker ervaart en nog dieper tot de overtuiging is gekomen dat hij in Jezus wil geloven. Verder overweegt het rapport dat eiser verklaart over zijn innerlijke proces wat heeft geleid tot het afwezig blijven van wraakgevoelens. Eiser geeft woorden aan zijn persoonlijke geloofsgroei die hij heeft doorgemaakt en die hij in de vorige procedure nog niet onder woorden kon brengen.
10. De rechtbank overweegt dat het standpunt van de minister dat eisers geloofsverdieping ongeloofwaardig is in belangrijke mate berust op de tegenwerping dat eiser zijn geloofsverdieping niet op persoonlijke wijze heeft uitgelegd. De minister vindt eisers verklaringen over zijn relatie met de natuur en hoe hij dit in verband brengt met het christelijke geloof grotendeels inzichtelijk en persoonlijk en weegt dat in het voordeel van eiser mee. De rechtbank is van oordeel dat de minister niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom eisers verklaring over zijn relatie met de natuur en het christelijke geloof wel grotendeels persoonlijk en inzichtelijk is, maar eisers overige verklaringen over de motieven voor en het proces van bekering niet. Zo heeft eiser bijvoorbeeld verklaard over het moment dat hij na zijn geloofsinzinking zijn geloof hervond door naar de kerk te gaan waar hij werd gevraagd om uit de Bijbel te lezen. Eiser las daarbij twee teksten voor die hem erg aanspraken en waarbij het voelde alsof de teksten over hemzelf gingen. Eiser geeft blijk van kennis over de teksten en kan uitleggen waarom deze teksten hem op dat moment aanspraken. Eiser verklaart dat hij hierdoor nog sterker in Jezus is gaan geloven en dat hij hier misschien de geest van God heeft ervaren. Eiser geeft aan dat hij dichter bij Jezus is gekomen.10 Verder heeft eiser verklaard over een gebeurtenis in het kader van wraakgevoelens. Eiser geeft daarbij een voorbeeld van een fietser die hem afsneed waardoor hij viel. Zijn eerste reactie was om wraak te willen nemen maar tijdens het fietsen moest eiser denken aan een preek. Eiser geeft aan dat als je vol bent met wraakgevoelens en boosheid, dat Satan daar de bron van is. Eiser dacht toen aan Jezus en zijn nare gevoelens en gedachtes gingen weg. Hij schaamde zich en heeft zijn excuses aangeboden aan God en Jezus.11 Gelet op deze verklaringen van eiser, maar bijvoorbeeld ook op zijn verklaringen over de situatie met het meisje en het inzicht dat eiser kreeg over bescheidenheid, zijn verzoening met God nadat eiser tijdens een bijeenkomst in de kerk een spreker belachelijk wilde maken, is de rechtbank van oordeel dat de minister zich niet deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat deze verklaringen van eiser over zijn geloofsverdieping niet persoonlijk (genoeg) zijn.
Bedreiging door zwager als gevolg van video waarin eiser tijdens kerkdienst tolkt
11. Eiser stelt dat hij tijdens het gehoor van 12 september 2023 niets heeft verklaard over de bedreiging door zijn zwager, omdat tijdens dit gehoor niet alles aan de orde is gekomen. Eisers verklaringen tijdens het gehoor van 19 september 2023 waren niet uitputtend, omdat eisers tijdens dit gehoor ook is vergeten om de bedreiging door zijn zwager te benoemen.
12. De rechtbank is van oordeel dat de minister niet ten onrechte de bedreigingen door de zwager naar aanleiding van het zien van een video van een kerkdienst waarin eiser tolkt ongeloofwaardig heeft geacht. De minister heeft aan eiser mogen tegenwerpen dat hij hier tijdens beide gehoren niets over heeft verklaard, terwijl deze bedreiging volgens eiser ernstig en serieus moet worden genomen. Dit terwijl eiser wel heeft verklaard dat hij zijn familie in Iran heeft verteld dat hij deelnam aan bijbellessen, dat zijn familie hem heeft geprobeerd over te halen van het geloof af te stappen en naar Iran terug te keren en dat hij door de zoon van de dochter van zijn zus is gewaarschuwd dat eiser niet meer met zijn gezin mocht praten. Bovendien heeft eiser wel verklaard over bedreigingen vanwege posts op sociale media. De rechtbank is van oordeel dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat daarom niet valt in te zien waarom eiser niet over de bedreiging door zijn zwager heeft verklaard. Het is aan eiser om in het gehoor alles naar voren te brengen wat in het kader van zijn asielrelaas van belang is.
Derdenverklaringen
13. Eiser stelt zich op het standpunt dat de minister met de enkele stelling dat de derdenverklaringen zijn meegewogen in zijn voordeel niet inzichtelijk maakt hoe dit is gebeurd en welke waarde hieraan wordt gehecht. Eiser stelt dat de stelling van de minister dat deze verklaringen eisers eigen ongeloofwaardig bevonden verklaringen niet kunnen compenseren zonder andere toelichting niet toereikend is. Eiser heeft in beroep bovendien verschillende nieuwe derdenverklaringen overgelegd:
- brief van dominee [organisatie] , [naam 1] , van 13 augustus 2024;
- brief van [naam 2] (Stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen Utrecht) van 16 augustus 2024;
- brief van het echtpaar [naam 3] van 19 augustus 2024;
- brief van het echtpaar [naam 4] van 22 augustus 2024;
- brief van het echtpaar [naam 5] van 25 augustus 2024;
- brief van diverse leden van het [organisatie] van 16 september 2024;
- brief van [naam 6] , gedoopt in het [organisatie] van 17 september 2024.
14. De rechtbank overweegt dat de verklaringen van derden kunnen bijdragen aan de geloofwaardigheid van de geloofsverdieping van eiser. Dit doet er niet aan af dat eiser zelf in zijn verklaringen voldoende inzicht dient te geven in de motieven over en het proces van bekering en de verdieping in het christelijke geloof. De weging van de verklaringen van derden volgt in zoverre de beoordeling van eisers verklaringen.
15. De rechtbank stelt vast dat de minister de derdenverklaringen van vóór het bestreden besluit in het voordeel van eiser heeft meegewogen. Los van wat hierboven onder de punten 8 en 10 is overwogen, oordeelt de rechtbank als volgt. In lijn met WI 2022/3 is in het voornemen gemotiveerd dat de overgelegde brieven eisers eigen verklaringen bevestigen, maar dat eisers eigen verklaringen onvoldoende inzicht geven in de gestelde geloofsverdieping. Daarom is de minister van mening dat eisers verklaringen niet geloofwaardig kunnen worden geacht op grond van de brieven. Daarmee is toereikend
gemotiveerd dat deze overgelegde verklaringen geen nieuw inzicht bieden op eisers bekering en geloofsverdieping.
16. Op grond van artikel 83 van de Vreemdelingenwet betrekt de rechtbank de in beroep overgelegde derdenverklaringen bij het beroep. De minister heeft op de zitting op deze verklaringen gereageerd. Uit deze derdenverklaringen leidt de rechtbank het volgende af. De familie [naam 5] licht toe dat eiser deelneemt aan de huiskring. Eisers inbreng was daar eerst beperkt, eiser luisterde en stelde af en toe vragen. In de loop van tijd vertelde eiser steeds meer over zijn geloof en vroeg hij om gebed voor zijn situatie. Eiser kent de Bijbelboeken in het Farsi en in het Nederlands, heeft een aantal keer zelf de Bijbelstudie geleid en kan nu ook zelfstandig de Bijbelstudie voorbereiden. Verder tolkt eiser tijdens kerkdiensten. Daarbij begrijpt eiser wat degene met de preek bedoelt, en geeft hij ook tijdens de discussie achteraf inzicht in de geloofsvraag en opvatting van de ander. Eiser tolkt graag omdat hij dit als een manier ziet om zijn geloof handen en voeten te geven. Uit de verklaring van familie [naam 4] volgt dat eiser tijdens de Bijbelstudie een eigen geluid heeft. Eiser bouwt door zijn input ook het geloof van anderen op. Eiser denkt zelf na, levert input en laat zien hoe hij zich Bijbelverzen eigen maakt en verzen leest in de gehele context. Uit de brief van de leden van het [organisatie] volgt dat eisers vertalingen van de Heilige Geest nauwkeurig zijn en vloeien, waardoor zij de spirituele boodschap goed begrijpen. Ook eisers aanwezigheid en tolkdiensten hebben de Heilige Geest van het geloof van hen versterkt.
16. Hierboven heeft de rechtbank overwogen dat er sprake is van een zorgvuldigheids- en een motiveringsgebrek. Dat leidt ertoe dat de minister opnieuw dient te beslissen op eisers herhaalde asielaanvraag. De rechtbank is van oordeel dat de minister deze derdenverklaringen in zijn beoordeling dient te betrekken, omdat deze verklaringen (nieuw) licht werpen op eisers eigen verklaringen over zijn motieven over en proces van geloofsverdieping en nieuwe feitelijke informatie bevatten over de rol die eiser speelt binnen een (kerkelijke) organisatie en hoe hij binnen de gemeenschap uiting aan geeft aan zijn (gestelde) geloof. Verder stelt de rechtbank vast dat de minister de tolkwerkzaamheden van eiser in de kerk in het bestreden besluit geloofwaardig heeft geacht. Volgens de minister leidt dit echter niet tot de conclusie dat eiser geloofsgroei heeft doorgemaakt, omdat eiser niet inzichtelijk heeft gemaakt wat zijn motivatie is voor het tolken en hoe dit heeft geholpen in zijn geloofsgroei. De rechtbank is van oordeel dat de minister, mede gelet op de derdenverklaringen waaruit volgt wat er nodig is om goed te kunnen tolken, eisers motivatie om te tolken en hoe het tolken eiser heeft geholpen in zijn geloofsgroei, inzichtelijk dient te maken hoe de geloofwaardig bevonden tolkwerkzaamheden van eiser bijdragen aan de geloofwaardigheid van de geloofsverdieping.
Geloofwaardigheid van de afvalligheid van de Islam
Online en telefonische bedreigingen
18. De minister heeft asielmotief 2, de afvalligheid van de Islam geloofwaardig geacht. De minister heeft de online en telefonische bedreigingen niet geloofwaardig geacht.
19. De rechtbank stelt vast dat eiser in zijn gehoren niet heeft verklaard over de online bedreigingen. Eiser heeft in zijn correcties een aanvullingen toegelicht dat hij naar aanleiding van een aantal posts op sociale media is bedreigd. De rechtbank is van oordeel dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser de online bedreigingen op sociale media niet aannemelijk heeft gemaakt. Eiser heeft van de online
bedreigingen geen objectieve gegevens overgelegd, terwijl dat wel van hem mag worden verwacht. De rechtbank volgt de minister in zijn standpunt dat eiser niet voldoet aan artikel 31, zesde lid, onder b, van de Vw, nu eiser ook geen (bevredigende) verklaring heeft gegeven over waarom deze objectieve gegevens ontbreken.