Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
“www.aanvraag-zzpvog.nl”(hierna: de website) te verbeteren. In de aanloop van het sluiten van deze overeenkomst hebben partijen twee gesprekken gehad waarvan geluidsopnames zijn gemaakt.
4.Het geschil in conventie en reconventie
5.De beoordeling
: “(…) die man maakt miljoenen, we moeten hem verslaan.”
:“
Kan. We kunnen ze verslaan en dat kan ik je aantonen.(…)”
Je moet eerste halfjaar, is sowieso alleen maar investeren, je moet nul komma nul verwachten. De kans dat je al gaat cashen is vrij groot na maand drie of vijf, dan begin je al hier en daar klanten te krijgen maar negeer dat want dat zijn enkelingen. En op een gegeven moment, ik zeg altijd, het duurt zes tot twaalf maanden tot je echt op nummer één komt. ”
Dan verwacht ik al dat jullie heel wat aanvragen na de derde maand dan kunnen verwachten.”
(…) dit gaan we niet binnen drie maanden inhalen. Dat moet je niet verwachten. Doen we niet. Kan niet. Bestaat niet. Degene die dat zegt liegt. Nummer 1 posities garanderen, kan niet, bestaat niet, je gaat Justus niet kunnen inhalen. Je kan wel de eerste commerciële partij zijn.”
maar ik heb liever dat je ook van het slechte uitgaat. En dat we eigenlijk, en normaal gesproken zeg ik ook daar. Binnen één jaar verwacht van iemand die van SEO is binnengekomen nog één klant in dat jaar.”
Ik weet dat ik ze binnen nu en zes zeven maanden ga inhalen. Alleen op welke plek we met de zoektermen komen, daar ben ik afhankelijk van Google.”
hogere rankings in AHREFS’, maar dat betreft volgens Webactueel een inspanningsverbintenis. Bovendien heeft Webactueel de zichtbaarheid van de website gedurende haar werkzaamheden verbeterd, zodat zij aan die (inspannings)verbintenis heeft voldaan. Tot slot heeft Webactueel gesteld dat zij niet bepaalde posities in de zoekresultaten van Google kan garanderen, omdat de positie die in de zoekresultaten wordt bereikt, medeafhankelijk is van factoren waarop Webactueel geen invloed kan uitoefenen, zoals de investeringen van concurrerende sites en de manier waarop de zoekmachine van Google de positie vaststelt.
Dan verwacht ik al dat jullie heel wat aanvragen na de derde maand dan kunnen verwachten.’,zijn niet zodanig concreet dat ZZP VOG op basis daarvan redelijkerwijs mocht begrijpen dat Webactueel zich verplichtte om binnen twaalf maanden ervoor te zorgen dat de website als eerste zou worden weergegeven in de lijst van zoekresultaten van Google bij het invoeren van bepaalde zoektermen. Dit geldt ook voor de uitspraken van Webactueel in het kader van het gesprek tussen partijen over de omzet die de website mogelijkerwijs zou gaan opbrengen. Voorts heeft Webactueel ook tijdens de gesprekken gezegd dat zij voor de positie van de website in de zoekresultaten, medeafhankelijk is van Google. Uit die mededeling, naast de andere voorbehouden die Webactueel tijdens het gesprek naar voren heeft gebracht, had ZZP VOG ook redelijkerwijs moeten begrijpen dat Webactueel het resultaat – de positie die zou worden behaald in de zoekresultaten – niet kon garanderen en dus ook niet garandeerde. Gelet op het voorgaande mocht ZZP VOG niet redelijkerwijs begrijpen dat partijen de Google-afspraak zijn overeengekomen.
VOG-aanvrager.nl’ exploiteert. Voorts heeft ZZP VOG gesteld dat Webactueel het concurrentiebeding heeft geschonden doordat Webactueel op 12 januari 2023 een bedrijf (‘De Aanvrager B.V.’) heeft opgericht dat vergelijkbare diensten aanbiedt als ZZP VOG via de websites: ‘
www.de-vog.nl’, ‘
www.mijn-vog-loket.nl’ en ‘
www.vog-direct.nl’.
‘VOG-aanvrager.nl’, maar stelt dat dit niet dezelfde werkzaamheden zijn als de werkzaamheden die Webactueel onder de overeenkomst heeft verricht voor ZZP VOG. Deze werkzaamheden vallen volgens Webactueel daarom niet onder het concurrentiebeding. Webactueel heeft verder betwist dat het concurrentiebeding van kracht was in de periode van november 2022 tot en met januari 2023, omdat ZZP VOG sinds november 2022 niet meer de maandelijkse termijnbedragen heeft betaald. Ten slotte heeft Webactueel ter zitting verklaard dat zij niet met haar bedrijf (‘De Aanvrager B.V.’) concurrerende werkzaamheden heeft verricht gedurende de looptijd van de overeenkomst.
Zolang klant actief blijft met minimale pakket van € 1.500,- (…)’, is dat deze voorwaarde ziet op de hoogte van het maandelijkse bedrag dat is afgesproken tussen de ZZP VOG en Webactueel – hetgeen onweersproken boven de € 1.500,00 ligt – en niet, zoals Webactueel stelt, ziet op de daadwerkelijke betaling van dat minimale bedrag door ZZP VOG. Het concurrentiebeding was dus van kracht in de periode november, december 2022 en januari 2023. Verder volgt uit een redelijke uitleg van de tekst van het beding
‘(…) dat Webactueel geen enkele concurrent binnen zelfde branche als klant bedienen’, dat het beoogt te voorkomen dat Webactueel diensten verricht voor concurrenten van ZZP VOG waardoor de concurrentiepositie van ZZP VOG ten opzichte van die concurrenten nadelig zou kunnen worden beïnvloed. Het concurrentiebeding beoogt dus niet slechts, zoals Webactueel stelt, te verbieden dat Webactueel soortgelijke SEO(‘
Search Engine Optimization’)-werkzaamheden verricht voor concurrenten van ZZP VOG. Uit de tekst van het beding blijkt ook niet dat partijen het concurrentiebeding hebben willen beperken tot (soortgelijke) SEO-werkzaamheden. Niet in geschil is dat Webactueel in november 2022 voor een concurrent van ZZP VOG de opdracht heeft aangenomen om een website te maken en in december 2022 die werkzaamheden is gaan uitvoeren. Gelet op het voorgaande is Webactueel tekortgeschoten in de nakoming van het concurrentiebeding.
De Aanvrager B.V.’,overweegt de rechtbank dat ZZP VOG onvoldoende heeft onderbouwd dat Webactueel, in de periode na de oprichting van het bedrijf op 12 januari 2023 en voor het einde van de looptijd van de overeenkomst op 31 januari 2023, met het bedrijf werkzaamheden heeft verricht die in strijd zijn met het concurrentiebeding. Webactueel heeft betwist dat dit het geval is. Uit de stellingen van ZZP VOG blijkt niet op welk moment ‘
De Aanvrager B.V.’ de websites heeft opgericht, wanneer De Aanvrager B.V. met de exploitatie van die websites is gestart en hoe Webactueel het concurrentiebeding daarmee zou hebben geschonden. ZZP VOG heeft onvoldoende gesteld om op dit punt te spreken van een schending van het concurrentiebeding.