ECLI:NL:RBDHA:2024:22820

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
C/09/674844 / FA RK 24-7744
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken na echtscheiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 december 2024 een beschikking gegeven in een geschil tussen de ouders van twee minderjarige kinderen, na hun echtscheiding. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G. Koyak, heeft verzocht om een omgangsregeling voor de kinderen, waarbij de vader hen op bepaalde dagen zou ophalen en terugbrengen. De vader heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de moeder. Tijdens de zitting op 22 november 2024 zijn beide ouders, samen met een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming, verschenen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders van 1995 tot 2020 gehuwd zijn geweest en gezamenlijk gezag uitoefenen over hun twee kinderen, geboren in 2013 en 2015. De kinderen verblijven hoofdzakelijk bij de moeder. De rechtbank heeft de ouders in de gelegenheid gesteld om een reguliere zorgregeling overeen te komen. Dit resulteerde in een regeling waarbij de kinderen elke woensdag na school bij de vader verblijven tot 18:30 uur en om de veertien dagen van zaterdag tot zondag bij hem zijn.

Wat betreft de vakanties heeft de rechtbank geoordeeld dat deze bij helfte verdeeld moeten worden, aangezien dit gebruikelijk is bij gescheiden ouders. De rechtbank heeft de ouders aangespoord om in onderling overleg afspraken te maken over de exacte verdeling van de vakanties. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De uitspraak is gedaan door kinderrechter mr. A.M. Brakel, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.A. Olthoff.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 24-7744
Zaaknummer: C/09/674844
Datum beschikking: 20 december 2024

Gezagsuitoefening

Beschikking op het op 14 oktober 2024 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. G. Koyak te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het bericht van 1 november 2024, met bijlage, van de zijde van de moeder.
Op 22 november 2024 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de moeder met haar advocaat, de vader en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming.

Feiten

- Partijen zijn gehuwd geweest van [dag 1] 1995 tot [dag 2] 2020.
- Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [kind 1] , geboren op [geboortedag 1] 2013 te [geboorteplaats] ,
- [kind 2] , geboren op [geboortedag 2] 2015 te [geboorteplaats] ,
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- De kinderen hebben de hoofdverblijfplaats bij de moeder.

Verzoek en verweer

De moeder verzoekt vast te stellen dat de kinderen op de navolgende dagen omgang zullen hebben, waarbij de vader hen zal halen en brengen:
- iedere vrijdag van 18:00 uur tot zondag 18:00 uur, alsmede gedurende de helft van alle schoolvakanties,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader heeft mondeling verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Beoordeling

Reguliere zorgregeling
Ten aanzien van de reguliere zorgregeling zijn partijen op de zitting overeengekomen dat de kinderen met ingang van 23 november 2024 bij de vader verblijven iedere woensdag vanuit school tot 18:30 uur en één keer in de veertien dagen van zaterdagochtend 10:00 uur tot zondagavond 18:30 uur. De rechtbank zal aldus beslissen, nu niet is gebleken dat het belang van de kinderen zich hiertegen verzet.
Vakantieregeling
Bij gebreke aan overeenstemming op dit punt, zal de rechtbank ten aanzien van de vakantieregeling bepalen dat de vakanties bij helfte worden gedeeld. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat het verdelen van de schoolvakanties bij helfte een gebruikelijke verdeling is als ouders uit elkaar gaan. Zo worden beide ouders in de gelegenheid gesteld om met hun kinderen met vakantie te gaan dan wel uitstapjes te ondernemen. Voorts merkt de rechtbank op dat de moeder net als de vader beperkt is in haar vakantiedagen en het de verantwoordelijkheid van beide ouders is om gedurende de schoolvakanties voor de kinderen te zorgen. De rechtbank zal het verzoek van de moeder dan ook toewijzen, waarbij de ouders in onderling overleg afspraken zullen moeten maken over de precieze verdeling.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de minderjarige [kind 1] , geboren op [geboortedag 1] 2013 te ’ [geboorteplaats] en [kind 2] , geboren op [geboortedag 2] 2015 te ’ [geboorteplaats] met ingang van 23 november 2024 bij de vader zijn:
  • iedere woensdag vanuit school tot 18:30 uur;
  • één keer in de veertien dagen van zaterdagmorgen 10:00 uur tot zondagavond 18:30 uur;
bepaalt ten aanzien van de vakanties dat deze in onderling overleg bij helfte worden verdeeld;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.J.A. Olthoff als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 december 2024.