ECLI:NL:RBDHA:2024:22797
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, maar verweerder had niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiser heeft vervolgens een ingebrekestelling ingediend, maar deze werd als prematuur beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn voor de aanvraag was verlengd met negen maanden op basis van het besluit WBV 2023/3, dat van kracht is sinds 27 januari 2023. Eiser had zijn aanvraag op 12 april 2023 ingediend, waardoor de beslistermijn eindigde op 12 juli 2024. De ingebrekestelling werd echter pas op 11 juli 2024 ontvangen, terwijl de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor voldeed eiser niet aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, zoals bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 18 november 2024.