ECLI:NL:RBDHA:2024:2278
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake Ziektewetuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2024 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiser had geen recht op een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) omdat hij geschikt werd geacht voor eigen werk. Eiser had op 14 april 2023 een primaire beslissing ontvangen waarin zijn aanvraag voor een ZW-uitkering werd afgewezen. Vervolgens heeft hij op 4 mei 2023 bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Eiser stelde dat hij het primaire besluit niet had ontvangen en dat zijn bezwaar dus tijdig was ingediend. Tijdens de zitting op 1 februari 2024 was eiser niet persoonlijk aanwezig, maar vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet heeft gereageerd op de mogelijkheid om het verzuim te herstellen, wat leidde tot de conclusie dat de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar terecht was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierecht.