Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Procedure
- de dagvaarding van 20 juni 2023;
- de conclusie van antwoord;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter te Den Haag geoordeeld over een vordering tot ontbinding van een huurovereenkomst vanwege een huurachterstand van vijf maanden. De eiser, een stichting, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde door de gedaagde, die sinds 2021 een zelfstandige woonruimte huurt. De gedaagde had een huurachterstand van € 2.634,16 en voerde aan dat hij in een schuldsaneringsplan zat, waardoor de ontbinding niet gerechtvaardigd was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde stappen heeft ondernomen om zijn financiële situatie te verbeteren en dat de vertraging in het schuldsaneringsplan buiten zijn schuld om is ontstaan. Hierdoor oordeelde de rechter dat de tekortkoming van de gedaagde de ontbinding van de huurovereenkomst niet rechtvaardigde. De vordering tot ontbinding en ontruiming werd afgewezen, maar de gedaagde werd wel veroordeeld tot betaling van de huurachterstand met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen.