ECLI:NL:RBDHA:2024:2272
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na uitspraak op beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G. Ocak, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. Volker, op 20 december 2023 buiten behandeling was gesteld. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 8 februari 2024, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, terwijl de verzoeker en zijn gemachtigde zich afmeldden. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzoeker Ghanese nationaliteit heeft en geboren is in 1992. Echter, op dezelfde dag is er ook uitspraak gedaan in de zaak met nummer NL23.40003, waarin het beroep van de verzoeker is behandeld. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep is gedaan, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.