Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
De gronden van de maatregel van bewaring
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 februari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 22 januari 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 29 januari 2024 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in Duitsland een asielaanvraag heeft lopen, wat een aanknopingspunt vormt voor een mogelijke overdracht op basis van de Dublinverordening. Daarnaast is er een significant risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet zijn betwist door eiser en dat deze gronden voldoende zijn om de maatregel te rechtvaardigen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 5 februari 2024.