ECLI:NL:RBDHA:2024:22613
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buitenbehandelingstelling van paspoortaanvraag en de toepassing van het evenredigheidsbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 november 2024, wordt het beroep van eiser, een Turkse nationaliteit houder, tegen de buitenbehandelingstelling van zijn paspoortaanvraag beoordeeld. Eiser had op 6 december 2023 een paspoort aangevraagd bij de Nederlandse ambassade in Ankara, maar zijn aanvraag werd buiten behandeling gesteld omdat hij volgens de verweerder op 14 november 2021 het Nederlanderschap van rechtswege had verloren. Dit verlies was het gevolg van een ononderbroken verblijf van tien jaar buiten Nederland en de EU, wat volgens de wet leidt tot verlies van het Nederlanderschap.
Eiser is het niet eens met deze beslissing en stelt dat verweerder de Unierechtelijke evenredigheidstoets had moeten uitvoeren, en dat de hoorplicht is geschonden. De rechtbank oordeelt echter dat de aanvraag terecht buiten behandeling is gesteld, omdat eiser het Nederlanderschap van rechtswege heeft verloren. De rechtbank wijst erop dat de wet sinds 1 april 2022 voorziet in de mogelijkheid om het Nederlanderschap met terugwerkende kracht vast te stellen, maar dat deze mogelijkheid niet van toepassing is in de procedure van een paspoortaanvraag.
De rechtbank concludeert dat de hoorplicht niet is geschonden, omdat er geen redelijke twijfel bestond dat de gronden van bezwaar niet tot een ander besluit konden leiden. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de paspoortaanvraag niet in behandeling hoeft te worden genomen. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.