ECLI:NL:RBDHA:2024:22609

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
14 januari 2025
Zaaknummer
NL24.21845
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en vertrekverklaring van eiser

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Minister van Asiel en Migratie. Het bestreden besluit, dat op 15 mei 2024 is genomen, verklaart de asielaanvraag van eiser in de algemene procedure als ongegrond. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk is.

Eiser heeft op 5 juni 2024 met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zijn vertrek naar Turkije, zijn land van herkomst, bevestigd door het ondertekenen van een vertrekverklaring. In deze verklaring staat expliciet dat eiser instemt met het beëindigen van nog openstaande procedures voor het verkrijgen van een verblijfstitel. Hierdoor heeft eiser geen belang meer bij een beoordeling van zijn beroep, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en oordeelt dat verweerder geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door rechter mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, in aanwezigheid van griffier mr. R.S. Ouertani. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt, met informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.21845

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], V-nummer: [V-nummer], eiser

(gemachtigde: mr. J.E. Groenenberg),
en

de Minister van Asiel en Migratie, verweerder

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 15 mei 2024 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [2]
3. Uit de door verweerder overgelegde en door eiser ondertekende vertrekverklaring blijkt dat eiser op 5 juni 2024 met hulp van de IOM [3] is vertrokken naar Turkije zijn land van herkomst. In de door de vreemdeling ondertekende vertrekverklaring staat expliciet vermeld dat hij ermee instemt dat nog openstaande procedures voor het verkrijgen van een verblijfstitel worden beëindigd. Gelet daarop heeft de vreemdeling geen belang meer bij een beoordeling van zijn beroep
4. Het beroep is niet-ontvankelijk. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, rechter, in aanwezigheid van mr. R.S. Ouertani, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Internationale Organisatie voor Migratie.