Op 19 december 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2018. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, die de gecertificeerde instelling vertegenwoordigt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen om de ontwikkeling van de minderjarige onverminderd aanwezig zijn, ondanks de inspanningen van de ouders. De moeder heeft te maken met persoonlijke problematiek en is momenteel dakloos, wat de contactmomenten met de minderjarige beïnvloedt. De grootouders, bij wie de minderjarige verblijft, zijn betrokken bij de zorg en opvoeding. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 14 januari 2026 en de machtiging tot uithuisplaatsing eveneens voor dezelfde periode. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de huidige zorgsituatie bij de grootouders wordt voortgezet, gezien de positieve ontwikkeling van de minderjarige. De moeder heeft aangegeven te willen werken aan haar situatie, maar de kinderrechter ziet op dit moment onvoldoende aanleiding om de machtiging tot uithuisplaatsing voor een kortere periode te verlengen. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 13 januari 2025.