ECLI:NL:RBDHA:2024:22563

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
C/09/656660 / FA RK 23-8171
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van het verzoek tot stiefouderadoptie van een minderjarige na het overlijden van de biologische moeder

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024 een beschikking gegeven inzake het verzoek tot stiefouderadoptie van een minderjarige door de stiefmoeder. De stiefmoeder heeft op 12 oktober 2023 een verzoekschrift ingediend, waarbij de vader van de minderjarige zijn instemming heeft gegeven. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in eerste instantie geadviseerd om het verzoek af te wijzen, maar heeft zich tijdens de zitting gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De minderjarige heeft op 20 november 2024 zijn mening kenbaar gemaakt aan de kinderrechter, waarin hij aangaf dat hij graag wil dat de stiefmoeder hem adopteert.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarige is geboren op [geboortedatum 1] 2011 en heeft een biologische vader en moeder. De moeder is op 23 juli 2018 overleden, waarna de vader alleen het gezag over de minderjarige heeft. De vader en de stiefmoeder wonen sinds 30 september 2020 samen en zijn op [datum 2] 2022 met elkaar gehuwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stiefouderadoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is, gezien de liefdevolle omgeving waarin hij opgroeit en de instemming van de vader.

De rechtbank heeft in haar beoordeling de wettelijke kaders van het Burgerlijk Wetboek in acht genomen, waarbij is vastgesteld dat aan de voorwaarden voor adoptie is voldaan. De rechtbank heeft de stiefouderadoptie toegewezen, waarbij de stiefmoeder officieel de adoptie van de minderjarige heeft verkregen. De beslissing is schriftelijk aan de minderjarige toegelicht in een brief van de kinderrechter, waarin de minderjarige werd gefeliciteerd met de adoptie.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 23-8171
Zaaknummer: C/09/656660
Datum beschikking: 13 december 2024
Aantal fotokopieën per beschikking
4 bij 1 advocaat
6 bij 2 advocaat
1 extra bij:
- last aan de Raad voor Rechtbijstand tot toevoeging advocaat ex 817 Rv
- Ipr zaak
- uitgebracht of uit te brengen rapport Raad voor de Kinderbescherming– gezagswijziging ten behoeve van het gezagsregister
- Kostenveroordeling ex art. 243 rv
2 extra bij:
- Benoeming van elke deskundige

Stiefouderadoptie

Beschikking op het op 12 oktober 2023 ingekomen verzoekschrift van:

[de stiefmoeder] ,

de stiefmoeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S.I. Kouwenhoven in Naaldwijk, gemeente Westland.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder van:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • het bericht van 1 december 2023 van de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad);
  • het bericht van 10 januari 2024 van de stiefmoeder, met bijlagen;
  • het bericht van 6 juni 2024 van de Raad, met als bijlage het raadsonderzoek van 5 juni 2024 met kenmerk KZ-1-5TTI9L7;
  • het bericht van 11 juli 2024 van de stiefmoeder, met bijlagen.
Na de zitting heeft de rechtbank nog ontvangen:
- het bericht van 6 december 2024 van de stiefmoeder, met als bijlage de instemmingsverklaring van de vader.
Op 29 november 2024 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de stiefmoeder bijgestaan door haar advocaat, de vader en [naam 1] namens de Raad.
De minderjarige [de minderjarige] heeft op 20 november 2024 aan de kinderrechter zijn mening kenbaar gemaakt.

Feiten

  • Binnen de affectieve relatie van de vader en de moeder, [de moeder] , is op [geboortedatum 1] 2011 in [geboorteplaats 1] geboren de minderjarige [de minderjarige] ( [de minderjarige] ).
  • De vader heeft [de minderjarige] erkend.
  • De vader en de moeder zijn op [datum 1] 2016 met elkaar gehuwd.
  • De moeder van [de minderjarige] is op 23 juli 2018 in Leidschendam-Voorburg overleden. Het huwelijk van de vader en de moeder is daarmee van rechtswege ontbonden.
  • Sinds het overlijden van de moeder oefent de vader alleen het gezag uit over [de minderjarige] .
  • De vader en de stiefmoeder wonen sinds 30 september 2020 samen en zij zijn op [datum 2] 2022 in [plaatsnaam] met elkaar gehuwd.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de stiefmoeder strekt tot het uitspreken van de stiefouderadoptie van [de minderjarige] door de stiefmoeder.
De vader heeft ingestemd met het verzoek tot stiefouderadoptie.
De Raad heeft schriftelijk geadviseerd om het verzoek tot stiefouderadoptie af te wijzen. Op de zitting heeft de Raad zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.

Beoordeling

Wettelijk kader
Op grond van artikel 1:227 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) geschiedt adoptie door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van twee personen of op verzoek van één persoon alleen. Op grond van het derde lid van dit artikel kan het verzoek alleen worden toegewezen, als de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden uit artikel 1:228 BW wordt voldaan.
Inhoudelijke beoordeling
De stiefmoeder wil [de minderjarige] graag adopteren. De vader heeft ingestemd met het verzoek tot stiefouderadoptie.
Uit het raadsrapport volgt dat de Raad adviseert om het verzoek tot stiefouderadoptie af te wijzen. Op de zitting heeft de Raadsvertegenwoordiger zich echter, na voorafgaand overleg met de betrokken Raadsonderzoeker, aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
De rechtbank heeft op de zitting al aangegeven dat zij de stiefouderadoptie van [de minderjarige] door de stiefmoeder in het kennelijk belang van [de minderjarige] acht. Na het overlijden van de moeder van [de minderjarige] in juli 2018, hebben de stiefmoeder en de vader in november 2018 een relatie met elkaar gekregen. Sinds september 2020 wonen de vader en [de minderjarige] in gezinsverband samen met de stiefmoeder. In het gesprek dat de (kinder)rechter met [de minderjarige] heeft gehad, heeft [de minderjarige] benadrukt dat hij graag wil dat de stiefmoeder hem adopteert. Voor de rechtbank is duidelijk dat [de minderjarige] opgroeit in een liefdevolle omgeving bij zijn vader en stiefmoeder, waarbij ruimte is voor (de familie van) zijn moeder. Dit is heel fijn en belangrijk voor [de minderjarige] . De half- en stiefbroer van [de minderjarige] zijn het bovendien eens zijn met de stiefouderadoptie.
Omdat aan de overige voorwaarden uit de artikelen 1:227 BW en 1:228 BW – voor zover in deze procedure van toepassing – ook is voldaan zal de rechtbank het verzoek tot stiefouderadoptie toewijzen.
Brief aan [de minderjarige]
De rechtbank heeft [de minderjarige] na de zitting een brief geschreven om de beslissing uit te leggen. De inhoud van die brief is als volgt:
Beste [de minderjarige] ,
Wij hebben elkaar op woensdag 20 november 2024 gesproken over het verzoek van [de stiefmoeder] om jou te mogen adopteren. Ik vond het heel fijn om met jou te spreken. Jij hebt onder andere aan mij verteld dat jij graag wil dat [de stiefmoeder] jou adopteert.
Op de zitting van 29 november 2024 heb ik gesproken met [de stiefmoeder] , jouw vader en iemand van de Raad voor de Kinderbescherming. Daar heb ik aan iedereen verteld dat ik het een heel goed idee vind dat [de stiefmoeder] jou, zoals jij zelf ook graag wil, adopteert. Dat betekent dat ik het verzoek van [de stiefmoeder] toewijs en dat zij dus officieel jouw stiefmoeder wordt.
Met vriendelijke groet,
A.M.M. Vingerling, (kinder)rechter

Beslissing

De rechtbank:
spreekt uit de adoptie van de minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2011 in [geboorteplaats 1] , door:
- [de stiefmoeder] , geboren op [geboortedatum 2] 1970 in [geboorteplaats 2] .
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.M. Vingerling, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Sluijmer als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 13 december 2024.