ECLI:NL:RBDHA:2024:22559
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor nareis
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser, die stelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) in het kader van nareis. Eiser heeft geen zitting aangevraagd en de rechtbank heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting. Eiser verzoekt om vrijstelling van griffierecht, wat de rechtbank toekent, omdat hij aan de voorwaarden voldoet. De minister heeft aangegeven dat hij het 'first-in first-out' (FIFO) principe hanteert voor nareiszaken, maar de rechtbank wijst het verzoek om aanhouding van de behandeling van het beroep af. De rechtbank stelt dat een aanhouding de prikkel voor de minister wegneemt om tijdig te beslissen. Eiser heeft zijn aanvraag op 10 oktober 2023 ingediend en de beslistermijn eindigde op 8 april 2024. Eiser heeft de minister op 4 maart 2024 in gebreke gesteld, maar dit was te vroeg, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank wijst ook een proceskostenveroordeling af.