ECLI:NL:RBDHA:2024:22533

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
C/09/675511 / FA RK 24-8096
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorzieningen in familierechtelijke geschil met betrekking tot toevertrouwing minderjarige en gebruik echtelijke woning

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 december 2024 een beschikking gegeven in een familierechtelijke kwestie. Het betreft een verzoek van de vrouw om voorlopige voorzieningen met betrekking tot de toevertrouwing van de minderjarige [minderjarige] aan haar, het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, en de vaststelling van voorlopige kinderalimentatie. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Soytekin, heeft verzocht om de minderjarige aan haar toe te vertrouwen en om het gebruik van de echtelijke woning aan haar toe te kennen, waarbij de man, die ook aanwezig was, de woning zou moeten verlaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man instemde met de toevertrouwing van de minderjarige aan de vrouw en dat hij ook akkoord ging met het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning door de vrouw. De rechtbank heeft bepaald dat de man uiterlijk op 1 februari 2025 de woning moet verlaten, rekening houdend met de naderende feestdagen. Daarnaast heeft de rechtbank de voorlopige kinderalimentatie vastgesteld op € 575,- per maand, met ingang van de datum dat de man de woning verlaat. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. A.M. Brakel, bijgestaan door griffier mr. R.P. Bas.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-8096
Zaaknummer: C/09/675511
Datum beschikking: 23 december 2024

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 11 november 2024 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Soytekin te Rotterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift.
De minderjarige [minderjarige] heeft in een gesprek met de rechter haar mening kenbaar gemaakt.
Op 9 december 2024 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vrouw, bijgestaan door haar advocaat en vergezeld door de tolk M.A. Budak;
  • de man;
  • [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming.

Feiten

  • Partijen zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdag] 2000 te [plaats] , Turkije.
  • Zij zijn de ouders van:
  • de nu minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedag 1] 2010 te [geboorteplaats] ;
  • de nu jong-meerderjarige [jongmeerderjarige] , geboren op [geboortedag 2] 2005 te [geboortedag 2] ;
  • de nu meerderjarige [meerderjarige] , geboren op [geboortedag 3] 2002 te [geboortedag 2] .
  • Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige] uit.
  • Partijen hebben beiden de Turkse en Nederlandse nationaliteit.
  • Partijen verblijven met [minderjarige] en [jongmeerderjarige] in de echtelijke woning.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vrouw strekt ertoe dat:
  • de minderjarige [minderjarige] wordt toevertrouwd aan de vrouw;
  • de vrouw gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan het adres [adres] ( [postcode] ) te [geboortedag 2] , met het bevel dat de man die woning moet verlaten en verder niet mag betreden, zo nodig met behulp van de sterke arm;
  • een door de man aan de vrouw te betalen voorlopige kinderalimentatie van € 575,- per maand wordt vastgesteld, met ingang van de datum van het verzoek, bij vooruitbetaling te voldoen, althans een bijdrage en ingangsdatum die de rechtbank juist acht;
kosten rechtens.
De man voert verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
De Nederlandse rechter komt in deze voorlopige voorzieningenprocedure rechtsmacht toe en past daarbij Nederlands recht toe.
Toevertrouwing minderjarige
De man heeft op de zitting ingestemd met het verzoek tot toevertrouwing van [minderjarige] aan de vrouw. De rechtbank zal dit verzoek als niet weersproken en op de wet gegrond toewijzen, ook omdat niet is gebleken dat het belang van [minderjarige] zich daartegen verzet.
Uitsluitend gebruik echtelijke woning
De man is ermee akkoord dat de vrouw het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning zal krijgen. De man stelt wel een termijn nodig te hebben om een alternatieve woonruimte te vinden. De vrouw heeft op de zitting 1 januari 2025 voorgesteld als uiterlijke datum dat de man de woning moet verlaten. De man heeft aangegeven meer tijd nodig te hebben.
De rechtbank zal, gelet op de naderende feestdagen eind december 2024, bepalen dat de man de echtelijke woning op uiterlijk 1 februari 2025 moet verlaten, of zoveel eerder als mogelijk. Dat acht de rechtbank onder deze omstandigheden een redelijke termijn. De rechtbank zal aldus beslissen.
Voorlopige kinderalimentatie
De man heeft op de zitting ingestemd met een voorlopige kinderalimentatie voor [minderjarige] van € 575,- per maand. De rechtbank zal dit verzoek van de vrouw daarom toewijzen en daarbij als ingangsdatum vaststellen de datum dat de man de woning heeft verlaten.
Proceskosten
Nu het een familierechtelijke kwestie betreft, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat per 1 februari 2025 de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning aan het adres [adres] ( [postcode] ) te [geboortedag 2] en beveelt mitsdien dat de man die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden;
bepaalt dat de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedag 1] 2010 te [geboortedag 2] ,
aan de vrouw zal worden toevertrouwd;
bepaalt dat de man aan de vrouw, met ingang van de datum dat de man de woning heeft verlaten, voorlopig een kinderalimentatie ten behoeve van [minderjarige] (bij co-ouderschap eventueel:
medeverzorgt en opvoedt) van € 575,- per maand zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, (kinder)rechter, bijgestaan door mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 23 december 2024.