In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om handhavend op te treden tegen de steigers van derde-partijen. Eiseres had eerder een omgevingsvergunning verkregen voor een steiger, maar de derde-partijen hadden ook vergunningen aangevraagd en verkregen voor hun steigers. De rechtbank stelt vast dat het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Krimpenerwaard de aanvraag van eiseres op 19 april 2022 had afgewezen, en dat deze afwijzing in het bestreden besluit van 31 augustus 2022 werd gehandhaafd. Eiseres was van mening dat de aanwezigheid van de steigers de goede ruimtelijke ordening in gevaar bracht en dat zij niet was gehoord in de bezwaarfase. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen. De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft gesteld dat er geen illegale situatie was en dat handhaving niet aan de orde was. Ook het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan op 20 december 2024.