In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2024, worden de beroepen van eiser 1 en eiseres 2 tegen de omgevingsvergunning van eiser 1 voor een loopbrug en steiger in Krimpen aan de Lek beoordeeld. Eiser 1, eigenaar van een woning aan [adres] [huisnummer 2], heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om te voorkomen dat de plek door een ander ingenomen wordt. Eiseres 2, die al sinds 1989 schepen in de Bakkerskil heeft liggen, heeft meerdere keren geprobeerd een vergunning voor een steiger te verkrijgen, maar deze aanvragen zijn steeds afgewezen. De rechtbank behandelt de beroepen gezamenlijk en concludeert dat de omgevingsvergunning van eiser 1, die in strijd is met het bestemmingsplan, toch verleend kon worden op basis van de goede ruimtelijke ordening. De rechtbank oordeelt dat de voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden, redelijk zijn en dat de verdeling van de beperkte ruimte in de Bakkerskil niet oneerlijk is. De rechtbank wijst de beroepen van eiser 1 en eiseres 2 af, waardoor de omgevingsvergunning van eiser 1 in stand blijft. De uitspraak benadrukt dat de Wabo, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft op deze zaak, omdat de aanvraag voor de omgevingsvergunning vóór deze datum is ingediend.