ECLI:NL:RBDHA:2024:22499
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak wegens gelijktijdige uitspraak op beroep
Op 9 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL24.36228. De voorzieningenrechter, mr. E.E.M. van Abbe, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door een verzoeker met de Marokkaanse nationaliteit, geboren op 20 februari 2003, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Deze aanvraag was door de Minister van Asiel en Migratie afgewezen op 27 augustus 2024, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De verzoeker had tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 3 december 2024, maar de verzoeker en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld. Tijdens de zitting is de zaak NL24.36227 behandeld, waarin de rechtbank ook uitspraak heeft gedaan. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag, 9 december 2024, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.