ECLI:NL:RBDHA:2024:22462
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Bulgarije
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker. De eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Sewnath, verzocht de rechtbank om te voorkomen dat hij aan Bulgarije zou worden overgedragen totdat er op zijn beroep was beslist. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, had eerder besloten de asielaanvraag van de eiser niet in behandeling te nemen, omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De voorzieningenrechter oordeelde dat er wel degelijk sprake was van spoedeisend belang, omdat de eiser, indien hij niet meewerkt aan de overdracht, binnen afzienbare tijd gedwongen kan worden overgedragen. De rechtbank nam in overweging dat de eiser medische stukken had overgelegd die een begin van bewijs leverden van ernstige psychische problemen, wat zou kunnen leiden tot onherstelbare schade aan zijn gezondheid bij een overdracht aan Bulgarije. De voorzieningenrechter besloot daarom het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen, wat betekent dat de eiser niet mag worden overgedragen totdat er op zijn beroep is beslist. Tevens werd de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 875,-.