ECLI:NL:RBDHA:2024:22394
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de weigering van herbeoordeling en vergoeding juridische kosten in de toeslagenaffaire
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 31 december 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de Dienst Toeslagen beoordeeld. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.V. Hendriksen, heeft bezwaar gemaakt tegen het niet verrichten van een herbeoordeling over de jaren 2013 en 2014 en de weigering van een vergoeding voor juridische hulp. De rechtbank behandelt het beroep dat is ingediend naar aanleiding van een besluit van de Dienst Toeslagen, waarin compensatie is toegekend voor de jaren 2007 tot en met 2012 en het jaar 2015, maar niet voor de jaren 2013 en 2014. Eiseres stelt dat zij voor deze jaren wel degelijk recht heeft op herbeoordeling en vergoeding van juridische kosten, omdat zij gebruik heeft gemaakt van kinderopvang en een aanvraag heeft ingediend.
De rechtbank heeft op 3 december 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van de Dienst Toeslagen. De rechtbank concludeert dat eiseres in een telefoongesprek heeft aangegeven dat zij voor de jaren 2013 en 2014 geen kinderopvangtoeslag heeft ontvangen, wat door de Dienst Toeslagen is bevestigd. De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen terecht heeft afgezien van een herbeoordeling voor deze jaren, omdat er geen aanvragen zijn aangetroffen in de systemen van de Dienst.
Daarnaast heeft eiseres geen bewijs geleverd dat zij juridische kosten heeft gemaakt voor professionele rechtsbijstand. De rechtbank oordeelt dat de bezwaarschriften niet zijn opgesteld door een rechtsbijstandverlener en dat er geen bewijs is van gemaakte kosten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor eiseres geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding voor proceskosten ontvangt.