ECLI:NL:RBDHA:2024:22307
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regeling
In de zaak met zaaknummer NL24.45904 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De aanvraag is door de Minister van Asiel en Migratie op 13 november 2024 niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 3 december 2024, maar de verzoeker en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld.
De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, in de zaak NL24.45903, al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op 13 december 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.