In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eisers, van Armeense nationaliteit, tegen de afwijzing van hun asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvragen werden op 21 september 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, met het argument dat Armenië voor eisers een veilig land van herkomst is. De rechtbank heeft de beroepen op 24 oktober 2023 behandeld, maar eisers en hun gemachtigde waren niet verschenen. Na aanvullende beschikkingen van de staatssecretaris op 1 november 2023, heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen. Eisers hebben op 21 november 2023 gereageerd op deze beschikkingen.
Eisers, die in maart 2022 naar Nederland zijn gevlucht vanwege de oorlog in Oekraïne, stellen dat zij niets hebben in Armenië en vrezen voor vervolging bij terugkeer. De staatssecretaris erkent de identiteit en nationaliteit van eisers, maar concludeert dat zij kunnen terugkeren naar Armenië, omdat het land als veilig wordt beschouwd. De rechtbank oordeelt dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat Armenië voor hen niet veilig is, ondanks hun zorgen over de huidige situatie in het land en de vrees van eiser sub 2 voor militaire dienst.
De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten van de staatssecretaris voor zover deze betrekking hebben op het terugkeerbesluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Eisers krijgen een vergoeding van hun proceskosten, die door de staatssecretaris moet worden betaald. De uitspraak benadrukt dat de tijdelijke bescherming van derdelanders in Oekraïne eindigt op 4 maart 2024, wat de noodzaak voor een terugkeerbesluit onderstreept.