ECLI:NL:RBDHA:2024:22192
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake asielaanvraag
Op 30 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een verzoek om proceskostenvergoeding. De zaak betreft een verzoeker met een V-nummer, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuidhoek, die de minister van Asiel en Migratie heeft aangeklaagd. De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van proceskosten als kennelijk gegrond toegewezen zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de minister aan de verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag van 17 oktober 2022, nadat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit was ingetrokken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister bereid is de proceskosten te vergoeden tot een bedrag van € 437,50. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank heeft de proceskosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor van 0,5.
De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. B.A. Smit, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. De verzoeker heeft het recht om binnen 6 weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.